Gereedschap

Waar zouden we zijn zonder al die verschillende gereedschappen en technieken die we nu tot onze beschikking hebben. Een leven zonder kunnen we ons niet voorstellen. Maar hoe was dat vroeger?

Prehistorie

Ook vroege mensensoorten gebruiken gereedschap. In Afrika leeft 2.3 tot 1.5 miljoen jaar geleden bijvoorbeeld de homo habilis (de handige mens). Die bewerkt al stenen tot snijwerktuigen. Het oudste gereedschap wordt gemaakt van vuursteen, hout en bot. Vuursteen blijft goed bewaard, hout en bot veel minder. Toch vind je zo af en toe gereedschap van bot. Zo ligt er in de vitrine een stuk gewei uit de Steentijd dat bewerkt is tot een hamer. Jagers/verzamelaars maken vooral dingen om mee te snijden en schrapers om huiden mee schoon te maken. Bij de eerste boeren komt dat anders te liggen: zij bewerken hun land en bouwen huizen en hebben daar dus ander gereedschap voor nodig. Voorlopig maken ze dat nog steeds van hout, bot en steen, tot de Metaaltijden zich aandienen. Dan doen brons, koper en ijzer hun intrede. Het opent nieuwe mogelijkheden. Met name ijzer blijft lange tijd belangrijk: het is ijzersterk en makkelijk te bewerken. Brons bijvoorbeeld is zachter en kwetsbaarder, waardoor het sneller breekt. Dat wil overigens niet zeggen dat de andere materialen (meteen) verdwijnen. Zo blijft vuursteen nog geruime tijd gebruikt worden naast de verschillende metalen, tot het langzaam maar zeker helemaal vervangen wordt.

Middeleeuwen

In de Middeleeuwen zie je de samenleving veranderen: mensen specialiseren zich, met als gevolg dat er allerlei ambachten ontstaan. Die ambachten vragen allemaal om hun eigen gereedschap. Zo ontstaat er een heel scala aan werktuigen. Waar de neolithische boer alles deed met zijn ene bijl, kent de middeleeuwer legio bijlen, voor elk vak een andere. Nog steeds gebruiken ze hout, bot en ijzer als materiaal. Alles is handwerk, gemaakt door de timmerman, de beenbewerker en door de smid. Elke bijl is daardoor anders en draagt soms zelfs letterlijk de signatuur van de maker. Tot in de 19de eeuw houdt de smid zijn belangrijke rol in het bewerken van ijzer. Dan komt het industriële proces op gang, met productie op grote schaal. Is een stuk gereedschap op, dan kan het ijzer omgesmolten worden voor hergebruik. Dat gebeurt dan ook regelmatig; de middeleeuwse mens is een stuk duurzamer dan wij. Gelukkig betekent het niet dat we niets meer vinden. We hebben vondsten van verschillende ambachten, uit zowel de stad als van het platteland. Wat denk je bijvoorbeeld van een stuk van een blaasbalg van een smid of van een hooihaak en een stuk van een zeis van een boer?

19de eeuw en verder

In de 19de eeuw verdwijnt veel handwerk. Door de uitvinding van de stoomkracht komen er allerlei machines die de mens veel werk uit handen nemen. Die industrialisatie luidt een hele nieuwe fase in. Als aan het eind van de eeuw de elektriciteit wordt uitgevonden ontstaan er nog veel meer mogelijkheden. Technische ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller op. Er komen betere materialen zoals aluminium en roestvrij staal en er komt steeds meer gespecialiseerd gereedschap. Dat proces duurt eigenlijk voort tot op de dag van vandaag. We vinden nieuwe dingen uit, waardoor er weer meer en andere mogelijkheden ontstaan, met nieuwe technieken en nieuw gereedschap tot gevolg.