Handzame hoedjes

Daar waar genaaid wordt, zijn vingerhoedjes te vinden. Het gebruik van naald en draad lijkt vrijwel universeel: het komt in alle culturen en in alle tijden voor. Zo ook de vingerhoed. Daarbij moet je bedenken dat voor de uitvinding van de naaimachine rond 1830, alles met de hand werd genaaid!

Er zijn twee soorten vingerhoeden: de gewone ‘vingerhoed’ (het gesloten hulsje dat op de top van de vinger wordt gezet) en de ‘duimring’ (een open ring die om de vinger wordt geschoven). Dit laatste type leent zich beter voor het zwaardere naaiwerk van bijvoorbeeld schoenmakers, zadelmakers en zeilmakers.

Vingerhoeden werden voornamelijk gemaakt van metaal, vaak koperlegeringen als messing en brons. Puur koper is te zacht om te gebruiken, maar gemengd met zink vormt het messing, dat veel harder is. Koper en tin vormen samen brons.

De vingerhoeden uit Amersfoortse bodem zijn allemaal gemaakt van een koperlegering. De twee oudste vingerhoeden dateren van rond 1400. Ze zijn zwaar, van gegoten brons en de putjes zijn met de hand geslagen. Twee vingerhoeden en een duimring dateren van een eeuw later: eind 15de eeuw, begin 16de eeuw. Alle drie zijn ze van gegoten brons, de duimring extra zwaar.

Vijf vingerhoeden zijn weer een eeuw jonger: uit de periode eind 16de eeuw, begin 17de eeuw. Van deze exemplaren zijn er drie dun gegoten uit messing en één geperst. De vijfde is van brons. De meest recente is een diepgetrokken roodkoperen vingerhoed uit de 19de eeuw. De top is afgebroken of verwijderd om er een duimring van te maken.

Verder lezen? Download het artikel van Hans de Jong in het boek ‘Gespaard verleden’.