Jagers en verzamelaars

Een groot deel van onze geschiedenis speelt zich af tijdens de laatste ijstijd, het Weichselien, 116.000 tot 10.000 jaar geleden.

Midden Paleolithicum

In die laatste ijstijd, in het Midden Paleolithicum, verschijnen 40.000 jaar geleden de eerste mensen in onze regio. Het zijn Neanderthalers, die door de toendra trekken, jagend op wild als reuzenherten, wisenten, rendieren, mammoeten en wilde paarden. Ze leiden een nomadisch bestaan. Het klimaat is hard en koud. Neanderthalers hebben zich daaraan aangepast: ze zijn gedrongener dan wij, robuust gebouwd, ongeveer 160 m groot, uitermate gespierd en motorisch sterk. Het zijn uitstekende sprinters en jagers, die bij hun jacht allerlei vuurstenen werktuigen gebruiken. Ze zijn gebouwd op overleven in een koud klimaat. Rond 30.000 jaar geleden verdwijnt de Neanderthaler van het toneel… En toch sterft hij niet helemaal uit… We hebben allemaal een paar procent van hun DNA in ons.

Laat Paleolithicum

Met het verdwijnen van de Neanderthaler zitten we inmiddels op het snijvlak van het Midden en Laat Paleolithicum. Aan het eind daarvan, 15.000-12.000 jaar geleden, duiken in onze omgeving de eerste moderne mensen op. Deze periode gaat gepaard met heftige klimaatschommelingen. Periodiek is het simpelweg te koud om hier te leven en trekken mensen zich terug in warmere gebieden. In warmere periodes verschijnen er weer dieren in de toendra, met in hun kielzog jagers. Die jagers zijn de eerste moderne mensen in onze regio. Ze jagen op wild als rendieren, elanden, edelherten en oerrunderen. Binnen onze regio zijn er bij de moderne mens verschillende groepen te onderscheiden, allemaal met hun eigen kenmerken op het gebied van leefwijze en de manier waarop ze hun voorwerpen maken:
• Hamburg-cultuur (12.400 – 11.600 v. Chr.)
• Creswell-cultuur (rond 11.600 v. Chr.)
• Federmesser-cultuur (11.600 – 10.700 v. Chr.)

Mesolithicum

Na deze tijd breekt er nog één korte periode van koude aan, maar rond 9000 jaar geleden is de IJstijd voorbij en komen we in het Holoceen. Het klimaat warmt op en blijft duizenden jaren stabiel. Het landschap verandert: er komen bossen in plaats van steppe en toendra. De grote grazers verdwijnen, andere diersoorten komen ervoor in de plaats. De mens past zich hieraan aan, zoals we dat altijd gedaan hebben. Ook in een ander klimaat en in andere natuurlijke omstandigheden vinden groepen mensen weer hun weg. Inmiddels zijn we in het Mesolithicum aanbeland. Het duurt voort tot in de tijd dat de landbouw hier zijn intrede doet, rond 5000 voor Christus.
Zowel uit het Midden – en Laat Paleolithicum als uit het Mesolithicum hebben we hier vondsten.

Neanderthaler – moderne mens

In onze regio lijken de wegen van de Neanderthaler en de moderne mens elkaar niet gekruist te hebben. Maar elders in Europa verschijnt de moderne mens al veel eerder ten tonele en is dat wel het geval geweest. Ze hebben onder meer technieken en werktuigen uitgewisseld. Hoe het komt dat de Neanderthaler uitgestorven is, weten we niet. Kon hij niet concurreren met de meer geavanceerde nieuwkomer? Of spelen andere factoren zoals een veranderend klimaat een rol? Lang hebben wij hen beschouwd als een soort aapachtigen, die niet in staat waren om meer complexe taken uit te voeren. Het is een volkomen achterhaald en onterecht beeld, want hoe bejaag je een mammoet zonder vaardigheden als samenwerken, plannen, coördineren en een bepaalde vorm van communicatie?