Menselijk bot

Wat is het en waar komt het vandaan?

Als je archeologisch onderzoek doet op plekken waar begraafplaatsen liggen of gelegen hebben, komen er vanzelfsprekend menselijke resten tevoorschijn. In de binnenstad van Amersfoort kunnen dat gestapelde graven zijn, waarbij men bewust, om ruimte te sparen, meerdere graven boven elkaar plande. We vinden natuurlijk lang niet altijd complete skeletten: graven kunnen verstoord zijn en ook de tand des tijds doet zijn werk. Net als de bodemgesteldheid overigens: hoe zuurder en vochtiger de bodem, des te groter de kans op aantasting.

Menselijk bot en archeologie

Bot is organisch materiaal. Is het aangetast in de bodem, dan is de conditie van het bot begrijpelijkerwijs minder goed. Hoe beter de conditie, hoe betrouwbaarder de informatie die verder onderzoek oplevert. Zowel uit het skelet als uit het gebit kun je van alles aflezen over de gezondheid en de fysieke gesteldheid van de overledene.

Skeletmateriaal geeft informatie over geslacht (met name bij volwassenen), leeftijd, lengte en gezondheid. Zo kun je bijvoorbeeld tekenen herkennen van artrose, lichamelijk letsel, aangeboren afwijkingen, van infecties met ontstekingen en van tekorten door bijv. eenzijdige voeding. Denk maar aan Aagje, die bij ons voor het raam zit. Toen ze overleed was ze ongeveer 27 jaar. Haar gebit was slecht. Haar skelet liet zien dat ze een vitaminetekort had en aan een longziekte en bloedarmoede leed. Ze is gevonden bij het Pesthuis naast de Sint Rochuskapel aan de Coninckstraat, de plek waar pestlijders begraven werden. We vermoeden dat ze aan de pest is overleden, ook al kunnen we dat nou juist weer niet zien aan een skelet; lang niet iedere ziekte laat namelijk zijn sporen na.

Ook een gebit helpt bij het vaststellen van een leeftijd: dat van een kind ziet er nou eenmaal anders uit dan van een volwassene en dat van de volwassene vertoont meer slijtage. Bovendien kunnen bepaalde gebitsaandoeningen wijzen op ondervoeding en/of ziekte.

Al die gegevens op een rijtje laten zien hoe iemand geleefd heeft, of iemand zware lichamelijke arbeid verricht heeft, wat het voedingspatroon was, welke ziektes er heersten enzovoort. Je schetst, kortom, een beeld van het dagelijks leven in die tijd en dat maakt de geschiedenis als het ware tastbaar. Heb je verschillende onderzoeken over meerdere begraafplaatsen in een stad, dan geven die gezamenlijk nog een beter beeld, zeker als de datering ervan goed begrensd kan worden. Vergelijk je het beeld vervolgens met dat in andere steden, dan wordt het totaalplaatje wellicht nog nauwkeuriger.

Hoe bewaar je het?

Botresten vragen over het algemeen geen aparte behandeling na opgraving. De resten zijn weliswaar verkleurd, maar dat is normaal na een periode onder de grond. Dat neemt niet weg dat we wél moeten oppassen: bot kan mettertijd uitdrogen. Maar over het algemeen geldt dat we de resten determineren voor zo ver dat mogelijk is, ze onderzoeken en kijken naar de sporen die zijn achtergebleven.