Een neusstang uit de periode 1375-1400. Het is een pantserstuk waarmee je je neus kon beschermen. Je droeg hem in combinatie met een helm, waaraan een maliënsluier hing. Zo’n maliënsluier beschermde je hals en je schouders, maar liet je gezicht vrij. De neusstang zat vast aan de sluier, ter hoogte van je kin of mond. Als je hem nodig had, klapte je hem omhoog en bevestigde hem aan je helm op je voorhoofd. Neusstangen waren vooral in Duitsland en Italië te vinden; in de rest van Europa gebruikten ze vizieren. De Lage Landen waren toen onderdeel van het Duitse Rijk en volgden de Duitse stijl op de voet.
De Hof, 1991.