Pijpaarde is een kleisoort die, de naam zegt het al, vernoemd is naar wat er het meest van gebakken werd: de pijp.
Wat is het en waar komt het vandaan?
Het is een fijne, ijzervrije kleisoort, die ideaal is om te bakken in mallen. Het feit dat er geen ijzer in zit, zorgt ervoor dat de klei na bakken wit wordt. In Nederland komt deze kleisoort niet voor, maar wel in België, Duitsland, Frankrijk en in Zuid-Engeland. Daar haalt men het dan ook vandaan.
Wat maken ze ervan?
Zoals gezegd, ze maken er vooral heel veel pijpen van. Als roken via Noord-Amerika eind 16de eeuw in Engeland bekend raakt, duurt het niet lang of het wordt hier ook populair. Het levert een nieuwe beroepsgroep op, de pijpenmaker, die naarmate de populariteit stijgt meer en meer serieproductie gaat draaien. Gouda wordt de belangrijkste plaats, maar ook in Amersfoort zijn er pijpenmakers.
Het zijn echter zeker niet alleen pijpen: we vinden ook heiligenbeeldjes, reliëfs en pelgrimshoorns van pijpaarde. Het zijn de zg. devotionalia uit de late Middeleeuwen, een tijd waarin de geloofsbeleving steeds dichterbij de mens komt te staan. Ze worden gemaakt door heiligenbakkers. Er is ontzettend veel vraag naar; ieder die het zich maar een beetje kan veroorloven heeft wel een reliëf of zoiets in huis. Het zorgt voor een ware industrie, net als bij het bakken van pijpen.
Dat bakken gebeurt in een mal. Eerst snijden ze een model in hout, vervolgens maken ze een aardewerken mal en daar drukken ze pijpaarde in. Als je dat dan laat drogen, krimpt de klei en is het makkelijk uit de vorm te halen. Daarna gaat het de oven in en ontstaat de uiteindelijke mal. In de exporuimte ligt zo’n mal, van Maria met Kind. Van het origineel hebben we een replica gemaakt. Dit hele proces maakt serieproductie mogelijk en dat zorgt ervoor dat producten veel betaalbaarder worden: een heiligenbeeld van hout of steen is vanzelfsprekend veel bewerkelijker en dus ook veel duurder.
Pijpaarde en archeologie
Als tabak nog maar net bekend is, kan er in eerste instantie maar weinig van worden aangevoerd. Het is duur en de kop van de pijp blijft klein. Als de aanvoer van tabak toeneemt en de prijs daalt, wordt de kop groter. Over het algemeen geldt dus hoe kleiner de kop, des te ouder de pijp. Bovendien gaan pijpenmakers hun product van een merk voorzien, eerst alleen op de hiel, later ook op de steel en de kop. Soms zie je ook versieringen. De grootte van de kop en al die merkjes helpen bij de datering. Tot in de 19de eeuw blijft dit soort pijpen populair.
Amersfoort is in de 15de en 16de eeuw, tot aan 1579 als de stad protestants wordt, een bedevaart-oord. Uit kronieken weten we dat dit het gevolg is van het mirakel van Amersfoort uit 1544. Er wordt een Mariabeeldje gevonden en als er kort daarop allerlei wonderen plaatsvinden, is 1 en 1 al snel 2. Er ontstaat een heuse Mariaverering met massaproductie van devotionalia van Maria met Kind, van Christus, maar ook van andere populaire heiligen. Het soort afbeeldingen is overigens beperkt. Heiligenbakkers lijken zich op de best lopende artikelen te richten. De voorstellingen zijn stereotiep en veranderen nauwelijks. Dat bemoeilijkt de datering, vooral ook omdat een mal meerdere keren gebruikt kan worden. Gelukkig hebben we in veel gevallen de context waarin iets gevonden wordt. Als je die kan dateren, bijvoorbeeld aan de hand van ander materiaal, dan brengt dat uitkomst.
Hoe bewaar je het?
Pijpaarde is sterk en blijft goed bewaard in de bodem. Je hoeft het dan ook nauwelijks te conserveren. Overigens wil dat niet zeggen dat we complete pijpen vinden. Integendeel zelfs, ze zijn (bijna) altijd in stukken.
Vondsten met een verhaal
Klik op een van de afbeeldingen op meer te lezen over enkele ‘Vondsten met een verhaal’ die van pijpaarde zijn gemaakt.


