
Naast de archeologen werkt het Centrum voor Archeologie met vrijwilligers. Velen van hen zijn hier al jarenlang actief. Wat hen bindt is de interesse in geschiedenis en/of archeologie en het plezier dat ze ontlenen aan het samenwerken met een diverse groep mensen. Ieder neemt zo zijn of haar eigen kennis en ervaring mee, archeologisch of anderszins. Dat zorgt voor een kruisbestuiving en het scherpt de geest. Stuk voor stuk vinden ze het een leuke plek om te werken, met interessante mensen en veel vrijheid om op je eigen manier invulling te geven aan het werk.
Hieronder ons hele team, gewoon alfabetisch, op voornaam.

Anne van der Glas
Toen Anne van der Glas als vrijwilliger begon lag de focus vooral op hulp bij opgraven. Dat veldwerk heeft hem veel nieuwe kennis opgeleverd en dat vindt hij nog altijd erg leuk. Vooral de opgraving aan Appelmarkt staat nog op zijn netvlies: in de bodem werd een grote muurpartij gevonden. Even dacht men dat het een kapelmuur was; de bisschop kwam zelfs op bezoek. Het bleek uiteindelijk om een kademuur te gaan. Er is daar ook een mooi, gaaf wijnbekertje (13de eeuw) opgegraven. De replica van die beker is nu te koop bij het CAR. Helpen bij opgraven doet hij nu minder. In plaats daarvan heeft hij zich gespecialiseerd in bibliotheek- en archiefwerk. Zo draagt hij zijn steentje bij aan zo veel mogelijk kennis over de opgravingsplekken.

Arnold Korste
Arnold Korste is begonnen als vrijwilliger, maar is inmiddels actief als administratief medewerker. In zijn tijd als vrijwilliger hield hij zich bezig met het verwerken van vondsten, met de inrichting van de expo-ruimte en de publiekswebsite én verzorgde hij de rondleidingen op de woensdagmiddagen. Hij houdt van verhalen vertellen en dat is precies wat je doet tijdens zo’n rondleiding. Nu hij administratief medewerker is, heeft hij vooral een faciliterende rol: hij zorgt ervoor dat iedereen zijn of haar werk goed kan doen. Tegelijkertijd is het niet puur administratie wat de klok slaat. Hij is bijvoorbeeld nog steeds betrokken bij de expo-ruimte en de website. Zo blijft de archeologie ook in zijn huidige functie een rol spelen. Juist die combinatie vindt hij erg leuk.

Bert de Bree
Als chemisch technoloog/metaalkundige heeft Bert de Bree veel kennis van en ervaring met corrosie. Bij het CAR is hij vrijwilliger en heeft hij zich toegelegd op metaal. Dat metaal is meestal archeologisch ijzer dat in onze regio sterk roest. Bert verwijdert de corrosie, maakt het object schoon, conserveert het en determineert het tenslotte. Hij vindt het belangrijk om op deze manier een bijdrage te leveren aan het behoud van ons archeologisch erfgoed. Een opgraving die hem goed is bijgebleven is die aan de Schammer in Leusden, met veel prehistorie en ijzertijd. De grape (kookpot) uit Spakenburg vindt hij nog steeds een bijzondere vondst. De pot is van loodbrons (een ongewone samenstelling) en is een bouwoffer uit de late middeleeuwen.

Carolien van der Brugge
Carolien van der Brugge is vrijwilliger en heeft zich gespecialiseerd in vondsten van leer. Leer is een vergankelijk materiaal. Zij zorgt ervoor dat het vakkundig geprepareerd en geconserveerd wordt en zodoende behouden blijft. In haar beginjaren heeft ze veel meegewerkt aan opgravingen. Van alle opgravingen die ze meegemaakt heeft, vindt ze vooral die van buitenhuis Kouwenhoven bijzonder, mede omdat het eenmalig was: Amersfoort kent immers niet veel buitenhuizen. Bij de opgraving van herberg ’t Valkje (Stovestraat/Valkestraat), met al zijn beerputten, werd een compleet paar schoenen gevonden, weliswaar versleten, maar wel een linker- en rechterschoen samen. Een enkele complete schoen wordt nog wel eens gevonden, maar een paar, dat gebeurt vrijwel nooit.

Francien Snieder
Francien Snieder was stadsarcheoloog bij het Centrum voor Archeologie van 1987 tot 2021. Sinds haar pensioen werkt ze bij ons als vrijwilligster. ‘Het fascinerende is dat je omgaat met dingen uit het verleden die mensen echt vastgehouden hebben; dat tastbare maakt het altijd opwindend.’ Francien is gespecialiseerd in de middeleeuwen. Het leuke aan die periode vindt ze dat je er vanuit verschillende disciplines naar kunt kijken: vanuit geschreven bronnen, vanuit de schilderkunst of samen met experts uit die disciplines. De opgraving die haar in al die jaren het meest bijgebleven is, is die aan de Hof in 1991. De Hof was en is het centrale plein. Alles wat daar gevonden is, heeft bijgedragen aan de reconstructie van de geschiedenis van Amersfoort.

Hans Blom
Hans Blom is vrijwilliger en onderzoekt menselijk skeletmateriaal. Als huisarts kent hij alle botjes van het menselijk lichaam. Nu zet hij die kennis op een andere manier in: met wat voor bot hebben we te maken, gaat het om een man, een vrouw, van welke leeftijd, zijn er ziektes, ontstekingen, breuken enzovoort? Je kunt veel over iemand afleiden uit dit soort onderzoek. Uiteindelijk probeert hij de skeletten weer ´compleet´ te maken en te beschrijven. Hans is zeer geïnteresseerd in de bewoningsgeschiedenis van Amersfoort en omstreken: hoe leefden mensen, wat aten ze, welke ziektes heersten er en hoe oud werden ze?

Harold van den Hauten
Harold van den Hauten is vrijwilliger en onze huisfotograaf; hij maakt foto’s van alle opgravingen. Van huis uit is hij chemicus. Hij heeft zich gespecialiseerd in archeometrie, waarbij je met behulp van chemisch onderzoek meer te weten komt over het materiaal dat je in handen hebt: over de datering, de samenstelling en soms de herkomst. Daarnaast onderzoekt hij bouwhistorische elementen. Ook daarbij probeert hij iets te weten te komen over de datering, hoe moeilijk vaak ook. Hij heeft vaak opgegraven. De opgraving van herberg ´t Valckje, aan de Stovestraat/ Valkestraat, vindt hij nog steeds een mooie: zo midden in de binnenstad, met veel bekijks en ook heel veel belangstelling voor de publieksvoorlichting.

Henk de Boer
Henk de Boer is vrijwilliger en houdt zich bezig met skeletmateriaal. De menselijke fysiologie en anatomie waren, gezien zijn achtergrond als fysiotherapeut, al bekend terrein voor hem. Voor dierlijk botmateriaal gold dat niet; daarvoor heeft hij een aparte deelstudie gedaan. Henk onderzoekt en analyseert het materiaal: wat voor bot is dit precies? Is er sprake van ziektes of verwondingen en, bij mensen, wat was het dieet? Soms onderzoekt hij ook artefacten: zo is er een stuk van een kruisboog, gemaakt van een gewei. Het was een lange zoektocht om erachter te komen wat het was. Als dat dan uiteindelijk lukt, geeft dat veel voldoening.

Itamar de Rooze
Itamar de Rooze is veldarcheoloog en sinds 2009 verbonden aan het Centrum voor Archeologie. Hij is uiteraard vaak in het veld te vinden, maar ook verantwoordelijk voor de uitwerking van onderzoeken, het schrijven van rapporten en de beschrijving van alle houtvondsten. De opgraving aan de Windsteeg, vlak bij de Hof, is hem het meest bijgebleven: op een klein stukje grond van ongeveer 2 bij 2 meter werden meer dan 10 skeletten gevonden. ‘Uiteindelijk ben je als archeoloog aan het onderzoeken hoe mensen geleefd hebben. Het skelet komt daar het dichtstbij.’ Ondertussen liep het publiek langs, bleef staan kijken en stelde vragen. Tijdens een opgraving op de Boldershof zag hij een klein steentje. Het was zo’n twijfelgeval: pak je die kiezel op of laat je hem liggen? Hij raapte het stukje toch maar op en na onderzoek bleek het om het oudste stukje bewerkt vuursteen uit de binnenstad van Amersfoort te gaan. Duizenden jaren geleden is het door iemand bewerkt en weggegooid, omdat er bij die bewerking wat fout ging. Het is via een middeleeuwse waterput tenslotte in handen van Itamar terechtgekomen.

Jop Reffeltrath
Jop Reffeltrath is stagiair en bezig met zijn afstudeerproject voor zijn opleiding aan Hogeschool Saxion. Hij maakt daarvoor een zogenaamd paleo-reliëfmodel van de binnenstad van Amersfoort. Het zal uiteindelijk een 3D-hoogtemodel worden van de diepere ondergrond van het centrum van de stad. Voor die tijd was hij al als vrijwilliger bij ons. Hij heeft zich toen gespecialiseerd in pijpaarde. Vaak gaat het daarbij om tabakspijpen, maar pijpaarde werd ook wel gebruikt voor religieuze beeldjes. Hij heeft ook opgegraven. Vooral Wieken-Noord is hem bijgebleven. Het was de opgraving met zijn eerste vondst: een paal met een verbrande onderkant die onderdeel bleek te zijn van een tabaksschuur.

Jos Wielders
Jos Wielders is vrijwilliger en van huis uit klinisch chemicus. Hij heeft ook in de farmacie gewerkt. De oude apothekerspot (albarello) in de expo-ruimte van het CAR sprak hem daarom sterk aan. Met zijn onderzoekende geest, kennis van de farmaceutische wereld en interesse in geschiedenis is hij aan de slag gegaan. Het heeft geresulteerd in een artikel in de Kroniek van december 2020. Dat schrijven gaf hem veel voldoening, net als het maken van replica’s van een opgegraven spaarvarken. Bij het CAR heeft Jos het tekenen van vondsten overgenomen van een oud-collega. Zelfs in het digitale tijdperk worden vondsten nog vaak met tekening van aanzicht en doorsnede vastgelegd. Verder wil hij zich toeleggen op het restaureren van objecten, samen met een paar andere vrijwilligers.

Maarten van Dijk
Maarten van Dijk is archeoloog en sinds 2001 werkzaam bij het Centrum voor Archeologie. Hij heeft er een breed palet aan taken: van begeleiding van stagiaires, de organisatie van het uitvoerende werk in al zijn facetten, tot depotbeheer, educatie en het publieksbereik. Voor Maarten zijn archeologen bij uitstek verhalenvertellers. ‘We weten heel veel niet en met het kleine beetje dat we wel hebben, moet je het verhaal steeds completer maken.’ Dat was al zo toen hij nog tijdens zijn studie betrokken was bij de opgraving van 10 zilveren munten in De Provenierssteeg. Die zijn er ooit begraven en niet meer opgehaald. Wat zit daarachter? Zijn mooiste opgraving tot nu toe was die bij de Rochuskapel, de eerste waarbij hij menselijke skeletten opgroef. Aagje (zie verder op deze website) was er één van. Je hebt in dit geval niet het voorwerp in handen, maar de persoon zelf. Welk verhaal kun je over iemand vertellen?

Mattijs Wijker
Mattijs Wijker is veldarcheoloog en werkt sinds 2004 bij het Centrum voor Archeologie. Hij is vaak buiten te vinden, bezig met opgraven en het doen van allerlei vondsten. Het vinden zelf is daarbij nog leuker dan de vondst op zich: ‘Het is elke keer een cadeautje dat je uitpakt, een verrassing. Dat is wat het voor mij bijzonder maakt.’ Het is een dynamisch vakgebied, hypothetisch ook: het verhaal dat je vandaag maakt met alles wat je nu weet, kan morgen zo weer onderuitgehaald worden. Een vondst met een verhaal is het neolithische bijltje dat hij aan de Hogeweg gevonden heeft. Denkend dat het een steen was die in de weg lag, heeft hij er met zijn schop per ongeluk een deukje in gemaakt. Nu ligt het bijltje in de vitrine bij het CAR. De meest bijzondere opgraving is voor hem die aan de Appelmarkt. Voordat Amersfoort een stad was, bleek het plein water te zijn geweest: water waaraan aangemeerd kon worden om goederen naar de bisschoppelijke Hofstede te brengen.

Milo Verhamme
Milo Verhamme is sinds 2003 werkzaam bij het Centrum voor Archeologie en is beleidsarcheoloog. Hij adviseert gemeenten als Bunschoten-Spakenburg, Soest en Nijkerk over hun archeologisch beleid, houdt toezicht bij opgravingen en gaat verder waar bedrijven die opgraven stoppen. Want wat kun je nog meer met die mooie vondsten? Een open dag of een expositie organiseren, erover schrijven, lezingen geven; in ieder geval het grotere verhaal vertellen. Bij zijn werk hoort veel contact met de buitenwereld. En daar deelt niet iedereen dezelfde interesse in archeologie als Milo zelf. Hij vindt het mooi om te zien hoe dat langzaam verandert als mensen zich bewust worden van wat er onder hun voeten ligt: ‘Er is niets leukers als ze dan toch op een open dag komen kijken.’ De meest bijzondere opgraving tot nu toe is voor hem die aan de Staringlaan in Soest. Het was er één met veel steentijdvondsten en uit die tijd vinden we hier nauwelijks iets.

Sanne Beumer
Sanne Beumer is sinds 2014 beleidsarcheoloog bij het Centrum voor Archeologie. Ze adviseert de gemeenten Amersfoort en Leusden bij hun archeologisch beleid. Verder houdt ze zich bezig met educatie. Het mooie van het vakgebied is voor haar dat je aan de hand van vondsten en sporen de geschiedenis reconstrueert. ‘Je kunt van iets kleins, van ogenschijnlijke rotzooi, een heel groot verhaal maken.’ In dat verhaal komen ook groepen aan bod die in historische bronnen onzichtbaar blijven. De opgraving in Oud-Leusden onder wat nu de A28 is, is voor Sanne misschien wel de meest spectaculaire: IJzertijd, Romeinse tijd, vroege en volle middeleeuwen kwamen daar samen op één stukje terrein, met een grafveld uit de vroege middeleeuwen met prachtige sieraden. Als vondst is de Romeinse kom van de Emiclaerseweg voor haar het meest uniek. Wat deed die kom daar op die plek? De Romeinen hebben per slot van rekening niet in Amersfoort gezeten.

Theo Hooymans
ToenTheo Hooymans voor het eerst in de expo-ruimte was, viel hem vooral de brede verzameling aan vondsten op. Hij is vrijwilliger en heeft zich in zijn relatief korte tijd bij het CAR nog niet gespecialiseerd, maar zou graag leren restaureren. Tot nu toe is hij vooral bezig geweest met het wassen, drogen en verwerken van vondsten én het bij elkaar zoeken en aan elkaar plakken van scherven. Het is precisiewerk en dat gaat hem goed af. Theo is één van de mensen die meegewerkt heeft aan het tot stand komen van de replica van het spaarvarkentje. Die replica is nu te koop bij het Centrum voor Archeologie.

Timo d´Hollosy
‘Als archeoloog geef je de wereld een verloren gegaan verleden terug.’ Voor Timo d’Hollosy is dat het belang van archeologie. Je doet het niet voor jezelf, maar de kennis en informatie moeten juist terugvloeien naar ons allen. Vanaf 1994 is hij in dienst bij de gemeente Amersfoort, als stadsarcheoloog en coördinator. Daarnaast is hij ook bouwhistoricus; voor hem een logische aanvulling op de archeologie. Hij heeft vele opgravingen meegemaakt. Het vinden van menselijk skeletmateriaal blijft voor hem nog steeds het meest bijzonder, omdat je daarbij met de mensen zelf te maken hebt en niet met hun spullen. Grote opgravingen zijn vaak spectaculair, maar in de kleine dingen zitten vaak ook vele leuke ontdekkingen. Bijvoorbeeld de oude karrensporen die we onder de bestrating van de Hogeweg vonden, of de Romeinse schaal die door de lokale bevolking als urn is gebruikt.

Wilma van den Heuvel
Wilma van den Heuvel is vrijwilliger en is gaandeweg de jaren de glas- en aardewerkspecialist van het Centrum voor Archeologie geworden. Deze materialen determineert en dateert ze zo nauwkeurig mogelijk. Tegenwoordig lukt dat zelfs tot op ongeveer 100 jaar. Ze heeft vaak meegewerkt aan opgravingen. Die aan de Hof vindt ze nog steeds overweldigend. Met de enorme hoeveelheid vondsten daar kon een deel van de geschiedenis van Amersfoort geschreven worden. Van alle vondsten vindt ze die van het skelet met een klein skeletje, m.a.w. een moeder met haar ongeboren baby, nog steeds indrukwekkend. Ze werden gevonden op het Stadhuisplein, daar waar nu de parkeergarage ligt.