Aagje


Wie nieuwsgierig is naar het Amersfoortse verleden, kan niet om Aagje heen. Aagje is niet zomaar een pop, ze is een hele accurate reconstructie van iemand die echt heeft geleefd. Aagjes verhaal gaat terug tot de 17e eeuw, waarin Amersfoort er heel anders uitzag.

In 2002 heeft het Centrum voor Archeologie de resten van 40 slachtoffers van de pest opgegraven bij het Pesthuis naast de Sint Rochuskapel aan de Coninckstraat. In Amersfoort woedde van 1635 tot 1637 een vreselijke pestepidemie. In veel steden stierf een op de tien inwoners, soms zelfs een op de drie. Een van de skeletten was een vrouw van ongeveer 27 jaar oud.

Aagje. Na vele eeuwen weer in het daglicht.

We hebben haar Aagje genoemd. Haar skelet liet zien dat ze een jeugd vol ziekte en ongemak heeft gehad. Ze leed aan bloedarmoede, vitaminetekort en een longziekte. Ook had ze een slecht gebit. Maar dat was niet het ergste. Omdat ze op het Pestlijderskerkhof is begraven, nemen wij aan dat Aagje aan de pest is doodgegaan, al kun je dat aan het skelet niet zien.

Aagje had een bijzonder voorwerp in haar graf: een gebogen strip van koper die achterop haar schedel zat. Het was een oorijzer, waarmee vrouwen hun kapjes op hun hoofd vastmaakten. Dit oorijzer was rond 1640 in de mode.

reconstructie van Aagjes gezicht

Bijna vier eeuwen na haar dood is het gezicht van Aagje gereconstrueerd. Van de oorspronkelijke schedel is eerst een 3Dscan gemaakt. Hiervan is weer een 3Dprint gemaakt, die de basis is voor de reconstructie. Alle mensen hebben unieke schedels, en daardoor verschillende gezichten. Maar er zijn ook overeenkomsten. Het is bijvoorbeeld bekend hoe dik de laag spieren, vet en huid op bepaalde plekken op de schedel is. En we weten ook hoe de schedel de vorm van de neus en de breedte van de mond bepaalt. Omdat er aan het oorijzer nog een paar haren bewaard zijn gebleven, weten wij dat Aagje blond haar had.