
Bij opgravingen vinden we vaak botten en andere sporen van katten en honden. We geven hier drie voorbeelden.

Kreupelstraat
Bij een opgraving aan de Kreupelstraat is een kattenschedel gevonden met krasjes op de schedel, die het gevolg zouden kunnen zijn van het villen van het dier. De huiden van katten (en ook honden) werden veel gebruikt als onderdeel van kleding. Het was een goedkoop alternatief voor duurdere bontsoorten als hermelijn.

Lieve Vrouwekerkhof
Bij de opgraving op het Lieve Vrouwekerkhof werd in een fundering een baksteen gevonden met de afdruk van een hondenpoot erin. Kennelijk heeft een hond eroverheen gelopen, toen de klei nog zacht en ongebakken was.

De Hof
Bij de opgraving op de Hof is een kat uit de 14de eeuw gevonden. Het dier had kromme voor- en achterpoten, veroorzaakt door de Engelse ziekte (rachitis). Door een gebrek aan vitamine D zijn de botten niet stevig geworden, en door het lichaamsgewicht van het arme dier doorgezakt.
Verder lezen? Download het artikel van Maarten van Dijk in het boek ‘Gespaard verleden’.