Paardengeluk

Het hoefijzer zou geluk brengen, omdat de vorm lijkt op een halve maan. En dat is een symbool dat in veel culturen met geluk geassocieerd wordt. Het hoefijzer moet dan wel met de punten omhoog worden opgehangen, omdat anders het geluk er uit kan vallen.

Paarden (en soms ook ossen en ezels) dragen hoefijzers, zodat de hoeven niet te veel slijten. In Nederland komen de oudste hoefijzers uit de 11de eeuw. Complete hoefijzers worden niet vaak gevonden, omdat ze in de Amersfoortse bodem snel wegroesten. Het oudste hoefijzer uit Amersfoort komt uit de 14de eeuw en is gevonden bij de opgraving op de Hof.

Hoefijzer van Kamp 82.

Bij boerderij de Sneul in Nieuwland is bij de opgraving een paardenskelet gevonden met aan één van de hoeven nog een hoefijzer. Alle nagels (spijkers) waren aan het uiteinde omgebogen, zodat het hoefijzer beter bleef zitten. Het is een typisch postmiddeleeuws hoefijzer: breed en zwaar met een mooie strakke buitenrand. Er was zelfs nog een deel van de hoef aanwezig. Een zeldzaamheid, omdat hoeven in de bodem snel vergaan. Het metaal van het hoefijzer heeft hier een conserverende werking gehad. Het paardengraf dateert uit de 17de eeuw.

Bij een opgraving in de binnenstad, aan de Kamp 82, werd op de stort een compleet hoefijzer gevonden. Dit ijzer is gezien het lipje aan de voorzijde niet veel ouder dan honderd jaar.

Verder lezen? Download het artikel van Maarten van Dijk in het boek ‘Gespaard verleden’.