Nieuws

Hier kan je over onze archeologische avonturen lezen; verhalen over opgravingen, vondsten, onderzoeken en ontdekkingen.


Scheplog en Facebook. De nieuwsberichten plaatsen we ook op onze Facebookpagina, LinkedIn en onze eigen weblog op Scheplog. Scheplog bestaat inmiddels al meer dan 15 jaar en er staan meer dan 1000 berichten op. Een mooi archief met ‘oud nieuws’.

Vondst van de maand Maart

De Vondst van de Maand maart is een ijzeren ruiterspoor. De ruiterspoor is gevonden in 2023, tijdens archeologisch onderzoek bij de Vasco Da Gamastraat in Amersfoort. Het dateert uit 1400-1800. De spoor heeft en rad met kleine prikken waarmee het paard kon worden aangespoord. In onze ogen een niet zo diervriendelijk, maar vele eeuwen een doodnormaal gebruik. De ruiterspoor roept een beeld op van een ruiter die op volle snelheid op de stad af komt rijden (of juist er vandaan). Een mooie fantasie en weer eens wat anders dan de elektrische fietsen die nu over de Oude Lageweg rijden, het fietspad in Wieken dat het tracé van de Lageweg volgt.

binary comment

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
De Mariamal

Het Centrum voor Archeologie bestaat vanaf volgende week 41 jaar. Vóór 1984 werden opgravingen uitgevoerd door de afdeling ‘Vallei en Eemland’ van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland (AWN). Deze amateur-archeologen hebben van 1977 tot 1980, geheel in hun vrije tijd, een zeer interessant onderzoek uitgevoerd naar de geschiedenis van het Observantenklooster aan het Stadhuisplein. Onze huidige werkplek aan de Westsingel 46 maakte onderdeel uit van dit complex.

Een van de vondsten is een groot deel van een mal voor het maken van ‘Mariategels’. Aan de boven- en onderzijde ontbreken twee stukken. De mal is waarschijnlijk stuk gegaan en toen weg gegooid. Het deel dat is opgegraven is ongeveer 22 cm hoog. In de mal zien we Maria die het Christuskind de borst geeft. Dit is in de Middeleeuwen een gebruikelijke manier om Maria af te beelden. De mal is waarschijnlijk in de late 15de of begin 16de eeuw gemaakt en gebruikt. In de late Middeleeuwen had iedereen die het zich maar even kon veroorloven een kruisbeeld of heiligenbeeld in huis. Door het gebruik van mallen konden op een snelle en goedkope wijze pijpaarden beelden en tegels van heiligen worden gemaakt.

Voor de vervaardiging van de beelden moest eerst een mal of gietvorm worden gemaakt. Hiervoor sneed men in hout een model, waartegen heel fijnkorrelige klei werd gedrukt van een soort die hard gebakken kon worden. In de zo verkregen terracotta mal werd dan de pijpaarde gedrukt, die vervolgens ook weer gebakken werd. Pijpaarde is een fijne klei, die ook na het bakken nog steeds wit is.

Wij hebben een afgietsel van de oude mal gemaakt, waarmee we een nieuwe mal konden maken. Daarmee maken we nu zelf replica’s van de Mariategel. Deze zijn te koop bij het Centrum voor Archeologie. Verder lezen? Download het artikel van Francien Snieder in het boek ‘Een maand op zicht

Meer weten over de AWN? Kijk dan op hun website.

Dit was het laatste bericht waarin we tijdens ons jubileumjaar terugblikten op 40 jaar Centrum voor Archeologie Amersfoort. Aan de hand van historische berichten over mooie onderzoeken en vondsten uit die afgelopen 40 jaar hoopten we een beeld te geven van al het bijzonders dat de Amersfoortse bodem heeft prijsgegeven. Maar blijf ons zeker volgen voor nog veel meer ouds en nieuws!

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Glasfiguurtjes

Raadselachtige voorwerpjes zijn het: kleine glazen figuurtjes, bijna allemaal nog geen centimeter groot. Slechts eentje is er iets groter (2 cm): een klein poppetje van bruin en wit glas. Het is Magere Hein, met zijn zeis aan zijn voeten. De andere figuurtjes zijn kleine rozetjes, soms met een piepklein wit zwaantje erop, kleine bruin-witte ooievaars, een bruin-wit eendenkopje, een los wit zwaantje en een stukje van een wit strikje; allemaal van glas. Ze zijn gevonden tijdens een opgraving op het Lieve Vrouwekerkhof in 1986, boven en tussen graven uit de 17de en 18de eeuw.

De ooievaars hebben pennetjes in hun buik, de meeste rozetjes hebben resten van pennetjes. De vogels zullen dus waarschijnlijk op de rozetjes hebben gestaan. Dat deze figuurtjes bij elkaar gehoord hebben, lijkt zeer aannemelijk. Maar wat is het geweest? Dat is tot op de dag van vandaag nog steeds een raadsel.

Tableau?

Zou het om delen van een tableau gaan? Dat soort tableaus bestonden uit een basis van hout of papier-maché, waarop glazen figuurtjes bevestigd werden, samen met bosschages van metaal en schelpjes en zo. In hetzelfde opgravingsvlak zijn kleine metalen fragmenten gevonden, waaronder een boompje. Het zou dus heel goed kunnen. Rijkere mensen hadden zo’n tableau thuis staan, als decoratie. Eenvoudigere versies dienden als souvenir.

Bruidstooi?

Maar, het kan ook zijn dat we hier te maken met onderdelen van een bruidskroontje. Zo’n kroontje had een basis van ijzerdraad, dat versierd werd met zilver-, koper- of gouddraad, met lovertjes én met glazen figuurtjes. Met een mooi lint werd het onder de kin van de bruid vastgeknoopt. De minuscule vogeltjes passen prima in het beeld van een bruidstooi, maar Magere Hein…?

Speculaties

De voorwerpjes zijn boven en tussen graven uit de 17de en 18de eeuw gevonden. Uit de vindplaats valt niet op te maken of deze voorwerpjes op of in een grafkist gestaan hebben. Of hoorden ze misschien wel tot het kerkinterieur? Het raadsel van onze glazen figuurtjes is, kortom, nog steeds niet opgelost.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
De Driesluizenbrug

De AWN, de Vereniging van Vrijwilligers in de Archeologie, doet al vele tientallen jaren archeologisch onderzoek. En de vrijwilligers van de AWN waren en zijn nog steeds betrokken bij het werk van de stadsarcheologen. Deze vrijwilligers zijn uiterst professioneel en zeer deskundig in hun vakgebied. Een mooi voorbeeld is het werk dat de AWN gedaan heeft bij de aanleg van de brug in de Bunschoterstraat over de Eem.

Tip: open de foto in een nieuw tabblad om het krantenartikel te lezen.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
De specialist pijpaarde

Pijpaarde is een kleisoort die, de naam zegt het al, vernoemd is naar wat er het meest van gebakken werd: tabakspijpen. In de afgelopen 40 jaar hebben we meer dan 3.500 fragmenten van tabakspijpen opgegraven. Helaas vinden we eigenlijk nooit complete pijpen. Integendeel zelfs, ze zijn (bijna) altijd in stukken.  Onze specialist voor pijpaarde weet niet alleen veel over tabakspijpen, maar ook veel van andere voorwerpen die van pijpaarde werden gemaakt, zoals heiligenbeeldjes en pelgrimshoorns.

Pijpaarde is een fijne kleisoort, die ideaal is om er in mallen voorwerpen van te maken. Omdat er geen ijzer in zit, wordt de klei bij het bakken wit. In Nederland komt deze kleisoort niet voor, maar wel in bijvoorbeeld België en Duitsland. In onze exporuimte kan je zo’n mal bewonderen: het is een mal voor een reliëf van Maria met Kind.

Verder lezen? Klik hier: https://archeologischcentrum.nl/portfolio/pijpaarde/

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Eten en drinken

Wat hebben een prehistorische boer, een Middeleeuwse stadsbewoner en een 17de-eeuwse koopman gemeen? Ze moesten iedere dag eten en drinken!

Maar wat men at en dronk, en waarmee men dit deed verschilt door de eeuwen heen. In onze expositieruimte laten we in een paar vitrines door middel van zes ‘gedekte tafels’ zien wat de verschillen zijn en hoe de eettafel zich heeft ontwikkeld. Op de planken eronder staan voorwerpen die te maken hebben met voedselbereiding uit dezelfde tijdvakken. Verder lezen? Klik hier: https://archeologischcentrum.nl/portfolio/eten-en-drinken/

In verband met de feestdagen zijn wij gesloten. Vanaf woensdag 8 januari is onze expositieruimte aan de Westsingel 46 weer geopend (woensdag- en vrijdagmiddag van 14:00-16:30).

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Opgraving Nieuwlandseweg 35

Vlakbij de voormalige boerderij ‘de Akker’ zijn in 1997 de resten van minimaal twee graven van ongeveer 4.000 jaar oud gevonden. Archeoloog Francien Snieder vertelt: “Toen het onderzoek zich ten zuidoosten van de voormalige boerderij op het restant van een ‘bolle akker’ richtte, werd tot onze grote verrassing een klokbeker gevonden. Klokbekers hebben hun naam te danken aan hun vorm: als je zo’n beker omdraait, dan zie je dat hij de vorm van een klok heeft. De Klokbekerperiode dateert van ongeveer 2600 tot 2100 voor Chr. Het potje bevond zich slechts 50 cm onder het huidige maaiveld. De vondst van deze klokbeker stond niet op zichzelf; op korte afstand werden nog fragmenten van enkele vrijwel identieke potjes gevonden.

Groot was het enthousiasme toen zo’n 30 m naar het oosten weer een complete klokbeker werd opgegraven. Deze was ingegraven in een rechthoekige kuil, met een oost-west oriëntatie. Direct naast de pot werden stukjes vuursteen en een barnstenen kraal gevonden. De rechthoekige kuil is waarschijnlijk de grafkuil; de klokbeker, de vuurstenen voorwerpen en de barnstenen kraal, de bijgiften.”

Verder lezen? Download dan het verslag van deze opgraving of het artikel van Maarten van Dijk in het boek ‘Een maand op zicht’.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Opgraving De Hof

Toen in 1991 De Hof nieuwe riolering en bestrating kreeg, was dat een unieke kans voor de stadsarcheologen om in het hart van de stad een opgraving te doen. Dit is een van onze grootste opgravingen en er valt daarom veel over te vertellen. We lichten er een bijzonder deel van deze opgraving uit.

Al rond 1250 is De Hof het centrale marktplein van Amersfoort. Om het plein beter geschikt te maken voor de markt en andere activiteiten wordt het terrein rond deze tijd met een dik pakket grond opgehoogd. Datzelfde gebeurt 100 jaar later nog een keer. Op De Hof wordt veel vee verhandeld. De ossen, koeien en andere dieren hebben water nodig als ze een hele dag op de markt staan. Bij de opgraving is aan de oostkant van De Hof een drenkplaats tevoorschijn gekomen: een vierkante ‘vijver’ waar het vee kon drinken. Aan drie zijden had de drenkplaats een muurtje. Aan de vierde kant was er geen muur en daar liepen de beesten via een helling naar het water toe. Rond 1375 raakt de drenkplaats buiten gebruik en wordt volgegooid met afval. Veel afval! Er is geen plek in Amersfoort waar we zoveel voorwerpen hebben opgegraven als in deze drenkplaats. Tientallen dobbelsteentjes, mondharpen, bierkannen en munten zijn in de modderige vulling van de drenkplaats gevonden. Maar hoe en waarom zijn zoveel spullen min of meer tegelijk weggegooid?

In het boek ‘Nering en Vermaak’, dat in 1994 verscheen over de opgraving van de Hof, kan je lezen dat de archeologen dachten dat aan het eind van een jaarmarkt al het afval in de drenkplaats is gegooid. Net als tegenwoordig bij een festival was er waarschijnlijk veel afval. De kwaliteit van de gevonden bierpullen is vaak niet zo groot. Kochten bezoekers die naar de jaarmarkt kwamen een goedkope bierpul die ze bij iedere kroeg lieten vullen? En werd zo’n bierpul na de jaarmarkt weggegooid? Niemand die het zeker weet, maar het zou best zo kunnen zijn.

Tegenwoordig hebben wij nog een ander idee. 1375 was ook de tijd van de ‘Moderne Devotie’: een beweging binnen de katholieke kerk waarin een sober leven voorop stond. Een belangrijk persoon was Geert Grote, die ook in Amersfoort en omgeving predikte. Hij was tegen muziek, spel en drank. We kunnen ons voorstellen dat Geert Grote zijn toehoorders opriep alle ‘foute’ spullen in het water van de drenkplaats te gooien. Dit verklaart mogelijk waarom er zoveel gave dobbelstenen en mondharpjes zijn gevonden. Bier was dé drank van de Middeleeuwen. Het is dan ook niet vreemd dat we vaak bierpullen vinden. Wat bij de opgraving op De Hof zo bijzonder is, is dat hier op één plek meer dan 500 bierpullen gevonden zijn!

Verder lezen? Download dan de PDF van het boek Nering en Vermaak en het artikel in Jaarboek Flehite 2020. https://drive.google.com/file/d/1u060iJbbCegA2JXioWqHRL7Mv8OmmHwT/view?usp=sharing en https://drive.google.com/file/d/1rs-3jAoFN85YNlSEh_4k2siVa3n_i-_7/view?usp=share_link

Je kunt ook een korte video over deze opgraving bekijken.

https://drive.google.com/file/d/1rs-3jAoFN85YNlSEh_4k2siVa3n_i-_7/view?usp=share_link

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Bikkels en koten

Tegenwoordig is er een overvloed aan speelgoed voor kinderen te koop. Dat was vroeger niet zo. Kinderen speelden vooral met de dingen die voorhanden waren. Speelkoten zijn een mooi voorbeeld. Een speelkoot is een teenkoot van een rund. Als in het najaar werd geslacht, leverde iedere koe acht speelkoten op. Het is dus eigenlijk slachtafval.

Er kon op verschillende manieren met de koten worden gespeeld.

  • Heel populair was een spel dat veel op kegelen lijkt: er werd een aantal speelkoten rechtop gezet, waarna men ze met een werpkoot moest zien om te gooien. De werpkoot werd vaak verzwaard met lood of een ander zwaar materiaal.
  • Een ander spel was dat men een of een paar koten omhoog gooide en keek hoe die weer op de grond terecht kwamen. Het was de bedoeling dan men van tevoren de uitslag zou raden. Een echt gokspel dus. Het werd al in de Romeinse legers gespeeld! En dit spel leent zich natuurlijk voor vals spelen, bijvoorbeeld door een koot aan een kant te verzwaren.
  • Er zijn ook veel speelkoten gevonden die aan één zijde vlak waren gemaakt. Waarschijnlijk werd hiermee een soort sjoelbakken gespeeld.

Verder lezen? Download het artikel van Maarten van Dijk in het boek ‘Gespaard verleden’.


1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Water- een beerputten

Een beerput is een put waarin menselijke uitwerpselen worden opgevangen. Bovenop of net naast de beerput stond een huisje met de WC, ofwel het ‘secreet’. Alle poep en plas kwam in de beerput terecht. Een beerput kan van hout of baksteen zijn gemaakt. Beerputten van baksteen hadden bovenop vaak een koepeltje. Veel beerputten zijn in het verleden een of meerdere keren geleegd, waarbij de ‘beer’ als mest aan boeren werd verkocht. Voor archeologen zijn beerputten heel interessant, omdat ze ook werden gebruikt om er afval in te gooien, zoals botjes en kersenpitten. En ook de scherven van bijvoorbeeld een bord werden vaak in de beerput gegooid. Beerputten geven daarom veel informatie over de mensen die er woonden. Wat aten ze? Wat voor spullen gebruikten ze? We graaien daarom graag in oude beer!

Tip: open de foto in een nieuw tabblad om het krantenartikel te lezen.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Spaarvarkens

Al eeuwenlang worden in Nederland spaarpotten gemaakt. Het oudste model (van rond 1300) is in de vorm van een moederborst, waarvan de symbolische betekenis voor zich spreekt.

In een afvalkuil bij de opgraving in 1984 op de hoek van de Kerkstraat met de Muurhuizen zijn vier spaarpotten gevonden. Ze dateren van de late 16de eeuw. Twee daarvan zijn van het borst-type en twee zijn spaarvarkens. Ze waren alle vier gebroken en zijn door de stadsarcheologen gelijmd en gerestaureerd.

Van een van de spaarvarkens is een mal gemaakt, zodat we zelf replica’s kunnen maken. Het spaarvarken krijgt, nadat het uit de mal is gehaald, oogjes, snuit en oortjes en niet te vergeten zijn krulstaartje. De varkens zijn vervolgens tweemaal gebakken: na de eerste keer nog een tweede keer, deze maal met loodglazuur. Precies als het origineel!

Van deze vondst zijn replica’s te koop bij het Centrum voor Archeologie.

Verder lezen? Download het artikel van Timo d’Hollosy in het boek ‘Een maand op zicht’.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Opgraving Buitenplaats Kouwenhoven

Het rapport van het onderzoek bij Kouwenhoven is een mooi voorbeeld van de samenhang tussen archiefonderzoek en de opgraving. Uit historische bronnen is namelijk bekend dat er op deze plek bij de Eem een ‘herehuyzinge’ heeft gestaan. De eerste vermelding is uit 1707 en de laatste uit 1774. We hebben geen nauwkeurige kaarten uit deze periode. We wisten dus vrijwel niets over de omvang en het uiterlijk van dit huis. Op de kadastrale kaart van Slits uit 1832 is geen huis ingetekend. Het was er toen dus niet meer. Op deze kaart staan nog wel grachten en waterpartijen. Over wat er precies met het huis is gebeurd was uit de archieven nauwelijks iets bekend.

De opgraving was een unieke kans om meer over de buitenplaats te weten te komen. Van het huis zijn slechts gedeeltes van de kelders, kruipruimte en funderingen bewaard gebleven. Het is toch gelukt een reconstructie van het hele huis te maken. Het huis had eerst een symmetrische opzet, met de keuken als een aanbouw achter het huis. Tijdens een grote verbouwing zijn het huis en de keuken vergroot en is een tweede aanbouw (een spoelplaats) achter het huis gebouwd.

Van de inrichting van de buitenplaats zijn onder andere een grote vijver, plantenbakken, fontein(en) en de sporen van een haag opgegraven. Rondom het huis en deze tuin lag een gracht. Buiten de gracht lagen nog meer gronden van de buitenplaats. Die konden worden bereikt via minimaal vier bruggen. In 1774 overlijdt Ignatius van Honsem, de laatste bewoner van het huis. Kort hierop wordt het huis afgebroken, de tuinen opgeruimd en de grachten gedeeltelijk dichtgegooid. Vanaf die tijd liggen er weilanden en herinneren alleen nog oude kaarten aan de buitenplaats.

In de gracht van Kouwenhoven werd een ijzeren schaats gevonden. Het is de ‘schenkel’, het smeedijzeren deel van de schaats, dat bevestigd is geweest aan een houten voetplankje. Het hout is verloren gegaan en het ijzer is voor een groot deel weggeroest. Het is een krulschaats geweest, want de aanzet van de krul is nog zichtbaar. We kunnen tegenwoordig niet zo vaak op natuurijs schaatsen. Maar tussen 1600 en 1800 waren er vaak zeer strenge winters. De bewoners van het buitenhuis hebben toen vast vaak op de dichtgevroren grachten geschaatst.

Verder lezen? Download dan het rapport van de opgraving.

https://drive.google.com/file/d/1TajmuN9geS6Fku3kPahwZU1VhOD53lKd/view?usp=drive_link

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
De waterlopen in de binnenstad

Amersfoort is de plek waar de beken uit de Gelderse Vallei samenkomen en als de Eem verder stromen naar zee. En Amersfoort was ook de plek waar je die beken of de Eem over kon steken. De naam van onze stad is afgeleid van ‘voorde’ (doorwaadbare plaats) door de ‘Amer’, de oude naam van de Eem. Maar hoe liepen die waterlopen precies? En waar was die doorwaadbare plaats?

De plek waar nu Amersfoort ligt is waarschijnlijk al duizenden jaren een kruispunt van de doorgaande routes van oost naar west en van noord naar zuid. Vanaf de Vroege Middeleeuwen worden Amersfoort en de voordes steeds belangrijker. Waarschijnlijk was er niet één doorwaadbare plaats, maar meerdere. De kruising van de Bloemendalsestraat met het Havik lijkt een goede plek. Of de kruising van de Langestraat met de Zuidsingel/Weverssingel.

Als het veel regende, stroomde er veel water door de beken en de Eem naar zee. Omdat bij Amersfoort al die beken samen komen, waren er vaak overstromingen. We weten inmiddels dat de stad en de bewoners al in de Middeleeuwen grachten gegraven hebben, zodat het water beter en sneller weg kon. Er zijn geen middeleeuwse kaarten van de stad. Er is dan ook heel lang discussie geweest over de vraag welke waterlopen in de binnenstad natuurlijk zijn en welke zijn gegraven. Wij hebben bij onze opgravingen in de afgelopen 40 jaar het antwoord op een deel van die vragen gevonden. Zo stroomde de Eem ongeveer op de plek van de Herenstraat. Ook delen van de Zuidsingel en de Weverssingel liggen op dezelfde plek als vroeger de Eem. Die zijn dus niet gegraven. En de rivier stroomde op de plek waar nu het Havik ligt. Bovendien hebben we ontdekt dat de Kortegracht gegraven is.

Tip: open de foto in een nieuw tabblad om het krantenartikel te lezen.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Perkament

Vorige week kon je lezen over onze leervondsten. Een heel bijzonder soort leer is perkament. Dat werd vooral in de middeleeuwen gebruikt om boeken van te maken. Wij vinden bij onze ontgravingen regelmatig stukken perkament in oude beerputten. Hoe kan dat nou?

Echt WC-papier is pas in 1857 in Amerika uitgevonden en heeft langzaam maar zeker de westerse wereld veroverd. Voor die tijd gebruikte mensen een stuk van de krant of ander papier bij het gebruik van het toilet. En in de 17de eeuw hingen (helaas) oude middeleeuwse handschriften op het ‘gemak’. En als de bladzijden uit zo’n boek op waren, verdween ook de kaft in hetzelfde gat als de beer.

Verder lezen? Download het artikel van Francien Snieder in het boek ‘Een maand op zicht’.

ARCHEOLOGISCHE SPEURTOCHT
Op zoek naar archeologische dierenvondsten in de stad

Om ons 40-jarig jubileum te vieren delen we op dinsdag 22 oktober speurtochten uit aan alle basisscholen in Amersfoort. ‘Speuren in de stad’ draait om dierenvondsten in de binnenstad en biedt uitdagende denkvragen over archeologie en maatschappelijke onderwerpen.

Ontdek het verborgen verleden van de stad
De speurtocht volgt een route door de binnenstad langs verschillende archeologische dierenvondsten. De originele vondsten zijn niet op straat te zien, maar zijn na de speurtocht te bekijken bij het Centrum voor Archeologie, aan de Westsingel 46. Bij inlevering van de speurtocht krijgen de kinderen een kleine beloning.

Samen leren en ontdekken
De speurtocht is geschikt als schoolactiviteit, maar kan ook samen met ouders, opa’s en oma’s of vriendjes worden gedaan. Kom tijdens de herfstvakantie langs bij het Centrum voor Archeologie op woensdag of vrijdag van 14:00 tot 16:30 om de dierenvondsten te bewonderen en om de beloning in ontvangst te nemen!

Wethouder Rutger Dijksterhuis (Erfgoed en archeologie) ondersteunt deze speelse manier van onderwijs: “Dit is een unieke kans voor kinderen om actief te leren over de geschiedenis van Amersfoort. Bij elke stop beantwoorden kinderen denkvragen over zowel de dierenvondsten als onderwerpen die vandaag de dag belangrijk zijn. Zo wordt leren leuk!

De speurtocht is vanaf 22 oktober ook te krijgen bij de VVV, bij boekhandel Veenendaal en naatuurlijk bij het Archeologisch Centrum aan de Westsingel 48 (open op woensdag- en vrijdagmiddag 14:00-16:30 uur)

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
De leerspecialist

In onze expositieruimte en depot bewaren we meer dan 700 vondsten en objecten van leer. Leer wordt gemaakt van dierenhuiden. Van oudsher kan dat van allerlei soorten dieren zijn. Het dier wordt gevild en alle vet- en vleesresten worden verwijderd. Dat gebeurt al in de prehistorie: huiden veranderen in beschermende kleding en tentdoek. Echte leerlooierijen vind je al bij de Romeinen. Door het looien wordt het leer sterk en waterdicht. Daarna is het leer sterk en soepel genoeg om te vouwen, patronen uit te snijden, te versieren en te naaien.

De leerspecialist kan van de stukken leer die we opgraven een hoop te weten komen. De meeste leervondsten zijn van schoenen. Vaak gebruiken ze hiervoor runderleer, omdat dat zo stevig is. Voor luxe producten wordt ook wel het zachtere hertenleer gebruikt. Schoenen zijn goed te dateren, omdat we inmiddels vrij veel weten over schoenmode door de eeuwen heen.

Leer is een organisch materiaal en blijft het best bewaard onder natte, zuurstofarme omstandigheden. Heeft het lang in de bodem gezeten, dan is het kwetsbaar en moet je het voorzichtig behandelen. Zo lang het niet geconserveerd is moet het nat blijven. De leerspecialist maakt het daarom voorzichtig schoon onder stromend water. Dan wordt het geconserveerd met polyethyleenglycol. Daarna is het sterk genoeg om het te onderzoeken en zelfs eventueel weer in elkaar te naaien.

Verder lezen? Klik dan hier.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Opgraving Mooierplein

Voordat het Drakennest werd gebouwd, heette dit gebied het Mooierplein. De kleine huizen in de Mooierstraat en de Rozemarijnsteeg zijn afgebroken voor de bouw van een winkelcentrum. In 1998 kregen de stadsarcheologen de kans dit terrein te onderzoeken.

De opgraving van het Mooierplein heeft ons veel over de geschiedenis van Amersfoort geleerd. Hier zijn de oudste sporen van middeleeuwse bewoning in de binnenstad gevonden: rond 1050. Een andere belangrijke vondst is een vroeg bakstenen huis dat rond 1300 op de plaats van een van deze boerderijen is gebouwd. In 1300 zijn stenen huizen in Amersfoort zeldzaam. En het is een groot huis (8 x 12 m) dat gefundeerd is op grote veldkeien. Een derde belangrijk resultaat van de opgraving is de ontdekking dat de Kortegracht gegraven is en dus niet van natuurlijke oorsprong. De Kortegracht (met in het verlengde de Langegracht), zorgde voor een snelle afwatering vanaf de oostzijde van de stad richting de Eem en Zuiderzee.

De Kortegracht is omstreeks 1200 gegraven. En naast de functie van afwateringskanaal hebben de twee grachten misschien ook een rol gehad bij het beschermen van wat toen Amersfoort was: een paar boerderijen, wat huisjes van ambachtslieden en de bisschoppelijke hofstede. Het graven van de Kortegracht is waarschijnlijk op initiatief van de bisschop van Utrecht gebeurd.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
De schatkist blijft hier

In de Erfgoedwet is geregeld dat archeologische vondsten door de provincies bewaard moeten worden. Het was voor de stadsarcheologen dan ook groot en goed nieuws toen het provinciale bestuur bekend maakte dat wij alle vondsten uit Amersfoort zelf mogen bewaren.

In de afgelopen 40 jaar hebben we meer dan 200.000 vondsten van de opgravingen meegenomen. En dat zijn vooral scherven en botjes. Er wordt (bijna) niets weggegooid. De vondsten worden onder de juiste condities bewaard in ons depot. Maar om ze goed te bewaren, moeten veel vondsten worden geconserveerd. Voor elk voorwerp wordt bekeken óf en hoe dat het beste kan worden gedaan. Alles wordt zorgvuldig verpakt en opgeborgen in ons depot. En de mooiste vondsten zijn te zien in onze expositieruimte.

Tip: open de foto in een nieuw tabblad om het krantenartikel te lezen.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Een puntneuskan

Archeoloog Maarten van Dijk: “Sommige vondsten of opgravingen blijven je voor altijd bij. Dat geldt ook voor de puntneuskannen die we gevonden hebben tijdens een opgraving bij de Kreupelstraat in 2002. We vonden daar een grote ronde kuil, gevuld met huishoudelijk afval. Het was een regenachtige dag en het opgraven was een modderige bedoening. Maar de vondsten uit de afvalkuil maakten veel goed; we vonden glazen bekers en ook een aantal kannen van aardewerk. Ik vergeet nooit het moment dat ik de modder van een van de kannen afveegde om het voorwerp beter te kunnen bekijken. Tot mijn verrassing werd ik aangekeken door een vrolijk gezichtje met een puntige neus. Voor het eerst zag deze puntneuskan het licht, nadat ie zo’n 500 jaar in de grond had gezeten. Dit zijn de dingen die ons vak zo leuk maken.”

Uiteindelijk bleken er twee puntneuskannen in de kuil te zitten. Ze zijn rond 1500 gemaakt in de pottenbakkersplaats Raeren, vlakbij Aken. Ze zijn gemaakt van een kleisoort die onder hoge temperatuur gebakken kan worden en dan waterdicht wordt. Ideaal dus voor het vervaardigen van drinkgerei. Steengoed wordt het genoemd en dat is het dus ook letterlijk. De kannen zijn door de pottenbakker op een draaischijf gevormd en versierd door het aanbrengen van zogenaamde appliques of het indrukken van stempeltjes. Voor het bakken werden de kannen ondergedompeld in een ijzerhoudende klei-oplossing of voorzien van zoutglazuur. Zo kreeg de buitenzijde van de pot een fraai patroon en een glanzend oppervlak. Dit was puur decoratief; het glazuur was immers niet nodig om de voorwerpen waterdicht te maken.

Puntneuskannen waren luxe producten. De andere vondsten uit de afvalkuil bij de Kreupelstraat wijzen ook op een zekere luxe; zo vonden we 8 glazen ribbelbekers (glas was in die tijd nog redelijk zeldzaam) en pitten van destijds niet alledaagse producten, zoals vijgen en druiven.

Verder lezen? Download het artikel van André Clazing uit het boek ‘Een maand op zicht’.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
De specialist bouwkeramiek

Zoals je van gebakken klei potten, pannen, bekers en wat dies meer zij kunt maken, zo kun je er ook bouwkeramiek van maken. Bij bouwkeramiek gaat het vooral om dakpannen, bakstenen en tegels, maar ook om pleisterwerk of haardstenen met afbeeldingen erop. Denk maar aan bakstenen, tegels en dakpannen. We bewaren in ons depot ongeveer 26.000 vondsten bouwkeramiek.

Het oudste bouwmateriaal dat wij kennen is het ‘huttenleem’. Dat is het leem waar de eerste boeren (rond 5300 jaar v. Chr.) de wanden van hun huizen mee afsmeren. Ze gebruiken er klei uit de directe omgeving voor, vermengen het met zand, vormen het eventueel, maar bakken het niet. Het bakken van klei/aarde om goede bouwmaterialen te kunnen maken ontstaat in het Midden Oosten. Via de Grieken en de Romeinen verspreidt het zich over Europa. De Romeinen zijn zelf weer de uitvinders van cement en beton. Als het West-Romeinse Rijk valt, verdwijnt de baksteen hier lange tijd uit beeld. Pas in de 11de/12de eeuw wordt hij opnieuw uitgevonden als kloostermop, voor de bouw van kloosters, kerken en kastelen. Huizen blijven over het algemeen nog lang van hout. Pas halverwege de 17de eeuw worden huizen langzaam maar zeker helemaal van steen. De stadsmuur in Amersfoort (de eerste dateert uit de 13de eeuw) is wel van baksteen.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Wat van ver komt

Al in de Steentijd vond er handel en uitwisseling plaats, vaak al over grote afstanden. En in de loop van de geschiedenis is de wereld alleen maar groter geworden. In onze expositieruimte laten we in een van de vitrines voorwerpen zien die in de Amersfoortse bodem gevonden zijn, maar van buiten onze huidige landsgrenzenkomen. Het laat zien dat internationale handel echt geen nieuw verschijnsel is. Verder lezen? Klik hier.

Je kan onze expositieruimte op woensdag- en vrijdagmiddag bezoeken van 14:00 – 16:30 uur.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Glas

In onze expositieruimte kan je in een van de vitrines een klein deel van onze glazen voorwerpen bewonderen. De oudste glasvondsten in onze regio zijn armbandjes uit de periode 50 v. Chr. – 50 na Chr. Ook uit de Vroege Middeleeuwen kennen we veel mooie glasvondsten, vooral uit grafcontexten. Vanaf de Late Middeleeuwen wordt glas steeds vaker gebruikt. Vooral als drinkgerei, maar ook als verpakkingsmiddel (flessen) en als vensterglas. Een paar bijzondere vondsten zijn de Kometenbeker (uit 1600-1650) en het Borstglas (1600-180).

Verder lezen? Download dan de informatiebladen van de armbandjes, de kometenbeker of het borstglas.

https://drive.google.com/file/d/1yTIbqjiJ2ZCkuC-3ef3BvXXD_JXbdlls/view?usp=sharing

https://drive.google.com/file/d/1l3Z_8YvVggIAbbP2J_NjVyVT-QJpT_B6/view?usp=drive_link

https://drive.google.com/file/d/1I0mtmEXMtSrxRjQMsYpbskSVz0I4MhB3/view?usp=drive_link

Je kan onze expositieruimte op woensdag- en vrijdagmiddag bezoeken van 14:00 – 16:30 uur.

Open monumentendagen 2024

Op zaterdag 14 en zondag 15 september zijn de jaarlijks Open monumentendagen. Ook het Centrum voor Archeologie Amersfoort opent haar deuren deze dag voor geïnteresseerden. Wij zijn op zaterdag 14 september geopend van 10:00-17:00 en op zondag 15 september van 12:00-17:00. Hopelijk zien we u dan aan de Westsingel 46 in Amersfoort.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Opgraving Wieken Vinkenhoef en Bloeidaal

Bij de aanleg van bedrijventerrein Wieken-Vinkenhoef en het natuurgebied Bloeidaal zijn tientallen opgravingen verricht. Er zijn sporen van minstens 34 boerderijen opgegraven. Het gaat steeds om woon-stalhuis-boerderijen en gemengde bedrijven. De bijbehorende erven hebben we ook goed kunnen bekijken. Elk erf had bijgebouwen, spiekers en verschillende soorten kuilen. In die kuilen werden voorraden bewaard of er werd afval in gegooid. Sommige waren bedoeld om water in op te vangen. We hebben in totaal 200 bijgebouwen opgegraven!

Verspreid over de 34 erven lag veel aardewerk. Dat aardwerk werd hier gemaakt. Bijzonder zijn fragmenten van enkele glazen armbandjes: in die tijd een luxeproduct. Het glas is ingevoerd uit Zwitserland of gebieden langs de Rijn. De armbanden zijn waarschijnlijk in de buurt van Nijmegen of in Duitsland gemaakt.

Omdat we spinklosjes voor het spinnen van wol hebben gevonden, weten we dat ze ook schapen en/of geiten hadden. Verkoold graan wijst op de verbouw van tarwe en gerst.

De oudste boerderijen zijn ongeveer 2500 jaar geleden gebouwd. In de loop van de tijd werden de boerderijen op steeds hoger gelegen delen van het landschap gebouwd. Waarschijnlijk moesten de boeren zich aan de stijgende waterstanden aanpassen en zochten ze de drogere plekken op. Ongeveer 500 jaar later worden ook de hoogste gebieden te nat en verlaat de mensen het gebied.

Gisteren zijn we begonnen met het graven van sleuven in Vathorst, op zoek naar een (van oorsprong) middeleeuwse boerderij! Wordt hopelijk vervolgd…

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
De houtspecialist

Steentijd, bronstijd en ijzertijd, maar een houttijd? Nee, die kennen we niet. Toch is hout één van de oudste materialen waarmee de mens gewerkt heeft en tot op de dag van vandaag nog steeds werkt. En dat niet alleen: het is verreweg het meest gebruikte.

Hout wordt voor van alles en nog wat gebruikt. Het is bijvoorbeeld het bouwmateriaal voor de skeletten van prehistorische boerderijen en voor middeleeuwse huizen. De mensen maken er allerhande gebruiksvoorwerpen en gereedschap van, zoals speelgoed, biervaten en karrewielen. En het is natuurlijk een belangrijke brandstof. De oudste houten vondst die wij hier hebben is een plank van eikenhout uit de IJzertijd, ongeveer 2500 jaar oud. Het is een onderdeel van een waterput geweest.

Hout is een organisch materiaal, dat in de bodem gemakkelijk vergaat. Ligt het in een natte, afgesloten en zuurstofarme omgeving, zoals een waterput, dan blijft het vaak goed bewaard. Maar veel vaker blijft er niets anders over dan verkleuringen in de bodem, zoals de paalsporen van prehistorische of middeleeuwse boerderijen. Als het hout er nog is, kan de houtspecialist onderzoek doen. Zoals wij een boek lezen, lezen zij het hout: welke gebruikssporen zie je, wat voor hout is het, waar komt het vandaan, wanneer is de boom gekapt en hoe oud was die boom toen?

Verder lezen? Klik hier.

TABAKSSCHUREN GEVONDEN AAN DE LAGEWEG | Archeologisch onderzoek Parkweelde III

Bij archeologisch onderzoek aan de Lageweg zijn resten van twee tabaksschuren gevonden. Deze werden gebruikt om tabaksbladeren in te drogen. Van de schuren is boven de grond helaas weinig bewaard gebleven, maar de funderingen waren nog goed zichtbaar. Hierdoor kon worden vastgesteld dat de schuren 9 meter breed en minimaal 23 en 39 meter lang waren. Ze waren niet tegelijk in gebruik: de oostelijke schuur was ouder en werd in de 19e eeuw gesloopt, waarna er een nieuwe schuur iets westelijker werd gebouwd. De oude schuur stond maximaal 50 jaar en de nieuwe schuur maximaal 30 jaar. Opvallend is dat beide tabaksschuren smaller zijn dan tot nog toe bekend is van vergelijkbare tabaksschuren in Amersfoort. Er zijn ook resten van een derde structuur en de Lageweg zelf gevonden.

Benieuwd naar het resultaat van het gehele onderzoek? Klik dan op de link hierna: https://archeologischcentrum.nl/wp-content/uploads/2024/07/aoo63-parkweelde-iii-d1-ivopdo.pdf

KODAK Digital Still Camera

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Opgraving Lieve Vrouwekerkhof

Bij de opgraving in 1986 zijn de fundamenten van de Lieve Vrouwekerk en de nog oudere kapel teruggevonden. Bij de nieuwe inrichting van het plein zijn de contouren van de kerk in de bestrating opgenomen. De kerk blijkt schuin op de toren te hebben gestaan. De oude kapel en kerk zijn namelijk precies haaks op de Lieve Vrouwestraat gericht. De toren bij de nieuwe kerk kon niet in de schuine lijn van de kerk worden gebouwd. De toren heeft namelijk dezelfde richting als de hier lopende stadsmuur en gracht. In en rond de kerk werden mensen begraven. In de kerk zijn rond de 90 graven gevonden. En rond de kerk lagen honderden graven. En dan is eigenlijk nog maar een klein deel van het hele plein opgegraven!

De kerk werd na de reformatie niet meer gebruikt voor de eredienst. In 1787 zat Stadhouder Willem V met zijn troepen in de stad en werd de kerk gebruikt voor de opslag van onder andere munitie. De soldaten vulden hier ook bommen en granaten. Daarbij ging iets mis, waardoor er een grote ontploffing was. Het dak van de kerk stortte in en het interieur werd grotendeels verwoest. Een enorme ramp! De laatste resten van de ruïne werden pas in 1845 opgeruimd. Bij de opgraving hebben we meerdere granaatscherven uit die tijd gevonden. Zouden die van de granaat zijn die de ramp heeft veroorzaakt?

Verder lezen? Download dan het verslag van de opgraving:

https://drive.google.com/file/d/1w7P579yUpGfD_Q4wn865p9nGNAFVBQEO/view?usp=sharing

Je kan ook een korte video over deze opgraving bekijken:

https://drive.google.com/file/d/1-8nQG1rovr20vRyKZVj6Rk6oSKj4boXc/view?usp=drive_link

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Heel veel eikels

De verkoolde eikels op de foto stammen uit de Bronstijd, rond 1500 v. Chr. Het is slechts een klein gedeelte van de totale vondst: die is namelijk geschat op zo’n 20.000 stuks. Eikels zijn heel voedzaam. Brood bakken, bier brouwen, schnaps stoken, koffie maken én de varkens voeren: het kan allemaal. Maar, voordat wij ze als mensen kunnen eten, moeten ze eerst geroosterd worden. Bijkomend voordeel is dat je geroosterde eikels beter kunt pellen, malen en bewaren. De Amersfoortse eikels zijn verbrand en ongepeld. Het lijkt erop dat er tijdens het roosterproces iets faliekant misgegaan is!

Tip: open de foto in een nieuw tabblad om het krantenartikel te lezen.

Verder lezen? Download het artikel van Francien Snieder in het boek ‘Gespaard verleden’.

https://drive.google.com/file/d/1b70Y5kiUn8mgS-Oe2Pwpdiore4ggZvp8/view?usp=sharing

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
De Romeinse kom

Archeoloog Francien Snieder vertelt er graag over: “Het komt nogal eens voor dat mensen vragen naar mijn mooiste vondst. Altijd geef ik dan als antwoord: de Romeinse drinkschaal voor wijn waarin de Germanen crematieresten hadden begraven. Het was laat in de middag en het begon al een beetje te schemeren, toen ik voor die dag de laatste hand legde aan de opgraving aan de Emiclaerseweg in Hoogland. Nog een klein stukje het vlak opschaven en tekenen, dan zou het erop zitten voor die dag. Bij het met de schep schaven van het zandige oppervlak kwam een scherf tevoorschijn. Van een bloempot, dacht ik. De scherf, glad en roodoranje van kleur, lag heel dicht onder het oppervlak. Hier had tot voor kort een boer zijn land bewerkt. De gedachte aan een bloempot was dus niet zo heel vreemd. Maar het was toch wel een héél glanzende scherf en het idee rees dat het om Romeins, zogenaamd terra sigillata aardewerk ging. Uiteindelijk bleek het een vrijwel complete kom te zijn die tot de rand toe gevuld was met verbrand bot.”

Romeins aardewerk wordt sporadisch gevonden ten noorden van de Rijn, de grens van het Romeinse Rijk. Door handel met de inheemse Germaanse bevolking is de kom, door de Romeinen gebruikt om wijn uit te drinken, hier terecht gekomen. Het fraaie aardewerk stak af tegen de eenvoudige potten die men zelf vervaardigde en werd juist daarom gebruikt als urn. De pottenbakker van de kom kennen we, want zijn naamstempel staat er op: CRICERO. Van hem is bekend dat hij rond 200 na Christus in Trier werkzaam was.

Francien: “Die dag reed ik met een brede glimlach over de A1 naar huis in Amsterdam; bijna had ik mijn kind vergeten van de crèche in Amersfoort te halen.”

Verder lezen? Download het artikel van Timo d’Hollosy in het boek ‘Een maand op zicht’.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
De specialist aardewerk

In de afgelopen 40 jaar hebben we meer dan 100.000 stukken aardewerk opgegraven. Meestal zijn het scherven, maar soms zitten er ook min of meer complete voorwerpen bij.

Bij ons in de regio dateert het oudste aardewerk uit de Late Steentijd. Het is een urn, gebruikt om de as van een overledene in te bewaren. Later, rond de IJzertijd, komen er potten, schalen en kommen. Die worden allemaal gemaakt van klei uit de directe omgeving. In de Middeleeuwen komen daar borden, drinkbekers van steengoed, potten, grapes (een kookpot op 3 pootjes), kruiken en vetvangers bij.

Aardewerk vormt voor archeologen een belangrijke bron van informatie. Want stijl, versiering en techniek veranderen in de loop van de tijd. Dat helpt bij de datering van het materiaal. En dat is weer belangrijk om een vindplaats of grondlaag te dateren.

Alle scherven worden gewassen, gesorteerd, geregistreerd en vervolgens ingedeeld op bakselgroep. Daarbij kijken we naar kleisoort, productiewijze, herkomst en datering. Dan wordt het puzzelen en proberen we de scherven, voor zover mogelijk, als voorwerp te identificeren en vast te stellen hoe het ooit gebruikt is. Met die informatie kunnen we steeds weer een stukje uit ons verleden reconstrueren. Restaureren doen we, als het even kan, wel. In passende kleur vullen we de ontbrekende delen op. En altijd zo dat je kunt zien wat origineel is en wat niet. Eenmaal gerestaureerd kan het voorwerp tentoongesteld worden. In onze expositieruimte is dan ook heel veel aardewerk te bewonderen!

Verder lezen? Klik hier

Onder ons | Archeologische wandeling door het centrum van Amersfoort

Het zomerse weer nodigt uit tot een wandeling. Waar kan dat beter dan in het oude centrum van Amersfoort. Een gratis wandelroute kunt u tijdens de open dagen op woensdag- en vrijdagmiddag ophalen bij het Centrum voor Archeologie aan de Westsingel 46 in Amersfoort.

De wandeling leidt u door de historische binnenstad van Amersfoort, langs plekken waar archeologisch onderzoek is gedaan en waar dat zichtbaar is (gemaakt) in het huidige stadsbeeld. Op de aangewezen plekken beluistert u videofragmenten, waardoor u nog meer te weten komt over de bijzondere locaties.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Resten van dieren

Mens en dier hebben al duizendenjaren een band. In de prehistorie gaat het in eerste instantie om jagen en bejaagd worden. Maar duizenden jaren geleden begint de mens het dier te temmen: de wolf wordt hond en daarmee een bondgenoot die helpt bij de jacht. Van lieverlee worden er meer dieren getemd en aan huis gehouden. Nog niet als huisdier; dat gebeurt vooral vanaf de Romeinse tijd. Wat we bij onze opgravingen vinden zijn met name botten en objecten voor dierverzorging (zoals hoefijzers).

Je kan een deel van onze vondsten op woensdag- en vrijdagmiddag van 14:00 – 16:30 uur bekijken in onze expositieruimte. Verder lezen? Klik hier.

Bij onze opgravingen komen we regelmatig ook voorwerpen tegen waarom dieren zijn afgebeeld, zoals tegels. Een paar bijzondere objecten zijn de spaarvarkens die we in 1984 hebben gevonden bij de opgraving Kerkstraat-Muurhuizen. Van deze spaarvarkens maken we zelf replica’s die tijdens de open middagen bij ons te koop zijn.

Pak mee: nieuwe replica en bier

Tijdens de Nationale Archeologiedagen hebben we onze nieuwste replica geïntroduceerd: een 14de-eeuwse bierbeker. Het origineel – gemaakt van steengoedaardewerk – is in Amersfoort gevonden en de replica is alleen bij ons op het Archeologisch Centrum te verkrijgen. De bierbeker (waar je natuurlijk ook wat anders uit kan drinken) is vaatwasserbestendig. 

Speciaal voor ons jubileumjaar doen we er twee archeologenbiertjes bij: De Vondst (tripel) en Aagje Blond, beide gebrouwen door de Amersfoortse bierbrouwerij ’t Mirakel.

Bierbeker, De Vondst en Aagje Blond zitten in een handig draagkarton, samen met de archeologische stadwandeling. Voor € 20,- pak je het mee. Uitsluitend bij het Centrum voor Archeologie verkrijgbaar… zolang de voorraad strekt. Cheers! 

STRUINEN DOOR DE DUINEN | WAT EEN VONDST!

Zondag 16 juni was het zover. Met een groep van 35 enthousiaste burgers hebben we gezocht naar vuursteenvindplaatsen uit de steentijd. Ondanks de buien bleef iedereen fanatiek doorzoeken. Met resultaat! We hebben diverse vuursteenvondsten uit het laat-paleolithicum aangetroffen. Een mooi voorbeeld van het actief inzetten van publiek bij archeologisch onderzoek.

We danken iedereen hartelijk en zien al uit naar volgend jaar!

Terugblik: Nationale Archeologiedagen 2024

Afgelopen weekend vonden de Nationale Archeologiedagen plaats. We hadden een vol programma met een lezingenavond op vrijdag, een openmiddag en twee stadswandelingen op zaterdag en een veldkartering met publiek naar vuursteen vindplaatsen op zondag. 

Dank aan iedereen die heeft deelgenomen aan de evenementen en ons centrum heeft bezocht! Hieronder een kleine impressie van de Archeologiedagen:

Er wordt ons vaak gevraagd of we wel eens een echte schat vinden. Het antwoord is ‘nee’. Een schatkist vol met gouden munten en sieraden hebben we nog nooit opgegraven. En als we geld vinden, is dat meestal kleingeld dat mensen per ongeluk verloren hebben. Wie een kostbare munt verloor zocht vast net zo lang tot die terugvonden werd. Gelukkig vinden we toch wel eens iets moois!

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Munten

Bij de opgraving in de Provenierssteeg in 1999 hebben we een kleine schat gevonden. In de ruimte tussen twee muren zaten tien zilveren munten: twee ‘statenschellingen’ en acht ‘dukaten’. Die kunnen daar niet per ongeluk terecht zijn gekomen. De schat was toen veel geld waard, want een dukaat was 50 stuivers of 400 duiten waard. Op de munten staat een jaartal. De oudste is uit 1686 en de jongste uit 1789. De munten zijn dus in of na 1789 verstopt.

Bij de opgraving op de Hof in 1991 werden 10 ‘leeuwengroten’ gevonden. Omdat een leeuwengroot veel geld waard was, was dit een heel bijzondere vondst. Is iemand ze verloren? Zijn ze expres in de grond beland? Niemand die daar het antwoord op weet.

Een heel bijzondere munt werd gevonden bij de opgraving onder het Sint Jorisplein in 1997: een valse ‘goudgulden’! Onder het dunne laagje goud kwam een zilveren ‘halve jager’ tevoorschijn. Hoewel er op valsmunterij hele zware straffen stonden, was het dus toch aantrekkelijk om geld te vervalsen.

Verder lezen? Download het artikel van Hans de Jong en Timo d’Hollosy in het boek ‘Een maand op zicht’.

VONDST VAN DE MAAND JUNI: DRIE BIERKANNEN

Het centrum voor Archeologie bestaat 40 jaar! Dat gaan we het hele jaar vieren, met vondsten van de allereerste opgraving in de Breestraat in 1984

In juni draait de vondst van de maand om drie bierkannen uit de periode 1250-1425.

Ze staan symbool voor Amersfoort als bierstad. Al begin 14e eeuw profileert de stad zich als zodanig. Brouwers voelen feilloos aan met welk bier ze het beste kunnen scoren en hoe ze dat het beste in de markt kunnen zetten.

Amersfoort wordt een bierstad van naam en faam en dat zal tot halverwege de 16e eeuw voortduren.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
De glasspecialist

Net als aardewerk blijft glas in de bodem bewaard: het rot niet, het roest niet en het vergaat niet. In de afgelopen 40 jaar hebben dan ook bijna 19.000 stukjes en stukken glas gevonden. En soms zitten er zelfs complete voorwerpen bij. Er is dus veel werk voor onze glasspecialist! Gebruiksvoorwerpen van glas zijn vaak goed te dateren, omdat zowel de techniek als wat in de mode is in de loop van de tijd verandert. Veel glas heeft te maken met drinken: we hebben veel flessen en glazen in onze collectie.

In de Middeleeuwen was glas vrij kostbaar. Glaswerk kwam alleen voor bij de hoge adel, geestelijkheid en in de kloosters. De wijnfles werd voornamelijk gebruikt als een karaf, om te vullen vanuit het vat en daarna leeg te schenken aan tafel. In de tweede helft van de 17e eeuw werd de glazen fles niet alleen meer gebruikt om uit te schenken, maar ook om wijn langere tijd in te bewaren. De speciale dikwandige wijnflessen werden met de mond geblazen en één flinke teug lucht leverde een fles op van ongeveer 750 ml, ook vandaag de dag nog onze standaardmaat. De ziel (bodem) werd bij de vroegere flessen steeds hoger opgestoken om de droesem bij het uitschenken beter op de bodem te kunnen houden.

Een mooi voorbeeld is de wijnfles op de foto. In de gracht rond huis Emiclaer in Amersfoort-Noord werd tijdens de opgraving een complete en puntgave wijnfles van rond 1700 gevonden. Identieke flessen werden aangetroffen in het VOC scheepswrak van ‘de Amsterdam’ voor de kust van Hastings. Van deze vondst zijn replica’s te koop bij het Centrum voor Archeologie, gevuld met Monbazillac. Dezelfde zoete wijn die ook in de 17de eeuw uit deze flessen geschonken werd.

Verder lezen over glas? Klik hier.

Verder lezen over de wijnfles, download dan het artikel van Wilma van den Heuvel en Timo d’Hollosy in het boek ‘Gespaard verleden’.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Geloof en bijgeloof

Het is niet altijd makkelijk te achterhalen wat men vroeger dacht en geloofde. Maar dat geloof en bijgeloof van alle tijden zijn is wel duidelijk. En soms vinden archeologen daar sporen van terug; in de vorm van beeldjes, pelgrimsinsignes, de boekband van een bijbel, tot zelfs brokken van een ontplofte kerk. Een deel van die vondsten kan je in onze expositieruimte bekijken. Die is op woensdag- en vrijdagmiddag te bezoeken van 14:00 – 16:30 uur. Verder lezen? Klik hier.

Een mooi voorbeeld is het beeldje van Sint Barbara. Archeologen moeten altijd heel goed opletten èn een heel goed geheugen hebben. Bij de opgraving op de Hof in 1991 werden in de beerkelder van een voormalig huis aan de noordwestkant van het plein een paar fragmenten van een beeldje gevonden. Uit een afvalkuil op een andere plek op het plein kwamen ook stukjes van een beeldje tevoorschijn. Het was een heel oplettende archeoloog of vrijwilliger die bedacht dat de verschillende fragmenten misschien wel van het hetzelfde beeldje waren. En dat bleek te kloppen!

Het beeldje stelt Sint Barbara voor. Zij was de in Middeleeuwen een van de populairste heiligen en de patrones van onder andere gevangenen, beiaardiers, mensen in de bouw en mijnwerkers. Sint Barbara is altijd te herkennen aan de toren in haar handen. Helaas hebben we haar gezicht niet terug gevonden.

Verder lezen? Download het artikel van André Glazing en Timo d’Hollosy in het boek ‘Gespaard Verleden’.

De Stadswandeling ‘Verborgen landschap’ onder begeleiding van onze bekende stadsarcheoloog, Maarten van Dijk, wil je gewoon niet missen. Meld je snel aan, loop mee en verwonder en verbaas je.

Tijdens deze wandeling door de stadskern van Amersfoort, vertelt Maarten – zoals alleen Maarten dat kan –  over het oude landschap waarvan verrassend veel nog zichtbaar is. Laten we niet teveel verklappen. Deelname is gratis, maar aanmelden is vanwege het beperkte aantal plaatsen, verplicht.

Aanmelden kan via: deze link.

Let op! Je aanmelding is pas definitief na onze bevestiging. (Maximaal 15 personen per groep, aanmeldingen worden verwerkt op basis van binnenkomst.)

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Opgraving Kasteel Stoutenburg

Aan de oostkant van Amersfoort heeft Kasteel Stoutenburg gestaan. Hier zijn in 1956, 1987, 1995 en in 2005 kleine archeologische onderzoeken in de vorm van proefsleuven uitgevoerd.

Het kasteel is gebouwd in opdracht van Wouter van Amersfoort. Hij was de ‘Schout van Eemland’ en woonde tot 1259 op de hofstede in Amersfoort. Toen Amersfoort in 1259 stadsrechten kreeg, moest hij uit de stad vertrekken. Het kasteel was de uitvalsbasis voor de troepen van de bisschop wanneer er oorlog was. In de periode 1500-1600 is het kasteel gesloopt. De bakstenen zijn hergebruikt voor de bouw van het kasteel Vredenburg in Utrecht.

Bij het onderzoek zijn resten van het grachtensysteem en de funderingen van het kasteel gevonden. Het kasteel bleek een ronde ringmuur te hebben en was omgeven door een brede gracht. Ook was er een voorburcht waar een poorthuis met bruggenhoofd heeft gelegen.

Verder lezen? Download dan het rapport van de opgraving: Amersfoort Onder Ons 15.

Tip: open de foto in een nieuw tabblad om het krantenartikel te lezen.

De Soesterduinen zijn aangewezen tot Archeologisch Rijksmonument. Door het proces van verstuivingen verandert het landschap voortdurend. Archeologen van de regio Amersfoort en Soest zijn benieuwd of er door deze verstuivingen nieuwe vondsten en vindplaatsen bloot zijn komen te liggen en vragen aan het publiek om hulp.

Op zondag 16 juni ben je uitgenodigd om samen met de archeologen mee te speuren naar vooral voorwerpen uit de tijd van jagers en verzamelaars (circa 15.000 – 5.000 jaar geleden) . Aan deelname zijn geen kosten verbonden, maar in verband met het beperkte aantal plaatsen is aanmelding wel noodzakelijk.

Lees hier verder en meld je direct aan. Je aanmelding is pas definitief na onze bevestigingsmail.

Let op! Dit event stond eerst in de middag gepland, maar is vanwege het EK-voetbal verzet naar de ochtend van 10:30 – 13:30 uur.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Open middag: expo en spreekuur

Onze expositieruimte

Wil je meer weten over ons werk en over wat we allemaal vinden? Of ben je nieuwsgierig naar Aagje en haar verhaal? Kom dan op een woensdag- of vrijdagmiddag langs bij het Centrum voor Archeologie aan de Westsingel 46. Van 14:00 – 16:30 uur. In onze expositieruimte kan je een deel van de archeologische vondsten bewonderen die we hebben opgegraven. Op een groot interactief scherm kan je de bewoningsgeschiedenis van onze stad en omgeving ontdekken. Woon je in Amersfoort? Dan hebben we misschien wel in jouw straat onderzoek gedaan. Kom ontdekken wat daar gevonden is. Je mag zo veel vragen stellen als je wilt; onze archeologen vertellen graag over hun werk.

Spreekuur

En wat ook leuk is: misschien heb je zelf wel vondsten gedaan en wil je deze aan de archeologen laten zien. Zij kunnen er vast veel meer over vertellen. De open middagen zijn dus ook een soort spreekuur. Dat doen we al bijna 40 jaar! En dat heeft al heel wat leuke ontdekkingen en verhalen opgeleverd. Wees gerust: je mag je vondst weer mee naar huis nemen. Soms worden de vondsten aan ons geschonken.

Op de foto’s staan enkele van die vondsten: een mortierkogel uit 1300-1500 die later hergebruikt is als gewicht, een kopje van aardewerk uit 1870-1895 van Ceramique, een haardsteen uit 1500-1700, een Derby schoen uit 1875-1900 en een lakenloodje uit 1660 met het wapen van Amersfoort.

Verder lezen? Klik hieronder:

Tip: open de foto in een nieuw tabblad om het krantenartikel te lezen.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Kloten

Archeoloog Itamar de Rooze staat met een paar puntige loden voorwerpen in zijn hand: “Als ik bij mijn schoonouders op het platteland in Twente ben zie ik ze soms buiten: mensen die een kleine bal door het weiland gooien, hier achteraan lopen, de bal oppakken en weer verder gooien. Rare jongens, die Twentenaren? Dit fenomeen blijkt een spel te zijn dat eeuwen geleden door heel Nederland gespeeld werd. Dit is Klootschieten (of Kloatscheet’n op z’n Twents).”

Maar wat hebben die puntige loden voorwerpen met klootschieten te maken? De kloot was in het begin meestal een mooie steen of een ijzeren bal. Ja, daar kon je lekker ver mee gooien, maar natuurlijk ook veel schade mee aanrichten. Daarom mocht er alleen nog maar met houten kloten gespeeld worden. Om ze toch zwaarder te maken werden de houten ballen ingeboord en verzwaard met lood. In de bodem vergaat het hout vaak, waardoor van de kloot alleen de loden kernen overblijven.

Verder lezen? Download het artikel van Timo d’Hollosy in het boek ‘Een maand op zicht’:

https://archeologischcentrum.nl/portfolio/kloten/

Het CAR bestaat 40 jaar. Een jaar lang gaan we terug naar de eerste opgraving, 1984 in de Breestraat. Elke maand zetten we één van de vondsten van toen in de spotlights.

Dit keer is het een belletje.

Het belletje is gemaakt van een koperlegering (vermoedelijk messing) en bestaat uit een gesloten holle bol met een diameter van ongeveer 3 cm. Aan de bovenzijde  is en staafje met een oogje gemonteerd. De bol heeft in het midden een verdikking. Aan de onderzijde zijn twee smalle spleetjes aangebracht en in de bol bevinden in de bovenste helft 2, en in de onderste helft 4 ronde gaten. In de bol zit een (vermoedelijk metalen) kogeltje dat het bel-effect teweeg brengt.

Het valt niet mee om met zekerheid de functie van belletjes te bepalen. Kleinere belletjes kunnen gebruikt zijn als kleding accessoire (met name in de Late Middeleeuwen), als onderdeel van een rinkelbel (een soort rammelaar) of als belletjes voor dieren, zoals honden of getrainde roofvogels. De wat grotere exemplaren, zoals de onze, zijn vermoedelijk gebruikt als onderdeel van paardentuig, met name bij paarden die karren of rijtuigen voorttrokken. De belletjes hadden namelijk een signaalfunctie; weggebruikers werden er door de bellen op geattendeerd dat er een voertuig aankwam en konden ruimte maken om te laten passeren. Belletjes van dit type komen voor vanaf de 15de eeuw tot in de 20ste eeuw.  Dit exemplaar dateert op basis van de uiterlijke kenmerken uit de periode 1700-1900.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Opgraving Loes van Overeemlaan 8: WO II

In de periode tussen de sloop van het oude dierenpension en de bouw van het nieuwe dierenbeschermingscentrum aan de Loes van Overeemlaan hebben wij een opgraving gedaan. Daarbij werden ook sporen gevonden uit de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de oorlog hoorde het terrein namelijk bij Kamp Amersfoort. Hier lagen de resten van een fundering van een loods die hier vanaf 1943 tot begin jaren vijftig gestaan heeft. De loods werd gebruikt als garage voor de wagens van de SS.

Vlakbij de loods vonden we een grote afvalkuil. De kuil was gevuld met afgedankt militair materiaal, zoals veldflessen, een patroonhouder en een granaathuls. Het is echter niet alleen Duits materiaal, maar ook van de Britten en Canadezen. Waarschijnlijk is de kuil na de oorlog gebruikt om militair afval te storten. Maar in ieder wel geval voor 1952, want toen werd het dierenpension gebouwd. 

In de afvalkuil is ook een carbidlamp gevonden. Carbidlampen werden vooral in de periode 1900-1950 gebruikt. En dan vooral op fietsen, koetsen en auto’s. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er vaak geen gas of stroom. De mensen gebruikte toen ook binnen carbidlampen om nog een beetje licht te hebben.

Verder lezen? Download dan ‘Amersfoort Onder Ons 38‘, het rapport van de opgraving:

Op vrijdag 19 april presenteerde één van onze stadsarcheologen (Timo d’Hollosy) tijdens de BNA-dagen in Delft – een congres voor Belgische en Nederlandse bouwhistorici én archeologen – de resultaten van ruim 20 jaar onderzoek naar de archeologische resten van tabaksplantages in de bodem rond Amersfoort. Voor veel gasten een eyeopener dat er zo veel, zo lang en zo grootschalig tabak is geteeld in deze omgeving en wat daar allemaal nog van in de bodem is achtergebleven. 


1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
De Appelmarkt

In de binnenstad zijn op meerdere plekken de archeologische onderzoeken van de afgelopen veertig jaar zichtbaar gemaakt. Een mooi voorbeeld is de Appelmarkt. Bij onze opgraving is een lange bakstenen muur gevonden, met daaronder een beschoeiing van houten palen en planken. Aan de noordoostzijde van het plein lag tot rond 1400 water. De muur was een kade waaraan schepen gemakkelijk hun lading konden laden en lossen. De haven van het Havik liep dus door tot op de Appelmarkt!

Tip: open de foto in een nieuw tabblad om het krantenartikel te lezen

Rond 1400 is er op en rond de Appelmarkt veel veranderd. Het water is gedempt en op de plaats van de kademuur is een muur gebouwd. Het gebied achter de muur was onderdeel van de ‘immuniteit’ van het Kapittel van Sint Joris. Een immuniteit is een van de stad dat onder kerkelijk gezag stond.

Bij de nieuwe inrichting van de Appelmarkt is de kademuur zichtbaar gemaakt en is er een monument gebouwd. In het monument zijn replica’s van een bierpul, een wijnbeker en een lanspunt te zien. Het is leuk om te bedenken dat de bierpul en de wijnbeker die wij hebben opgegraven in de omliggende herbergen werden gebruikt.

Nieuwsgierig? Doe dan de ‘archeologische wandeling’. Meer informatie vind je hier: https://archeologischcentrum.nl/2023/01/04/wandelen-door-de-binnenstad

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Een klotsend kruikje

Tijdens een van de opgravingen rondom Amicitia in 1999 kwam er een steengoed kruikje tevoorschijn. Op het eerste gezicht niet zo’n bijzondere vondst: scherven van dit soort kruikjes graven we wel vaker op. Dit kruikje was echter puntgaaf. En niet alleen puntgaaf, maar ook nog eens met de kurk er nog op, verzegeld en al. En… het klotste. Het kruikje was dus gevuld! Het was voor het eerst dat er in Amersfoort zo’n vondst werd gedaan.

Je fantasie gaat direct met je op de loop, want wat zat erin? En, zou de inhoud te bepalen zijn zonder het kruikje open te hoeven maken? Gelukkig waren er genoeg aanwijzingen op de kruik zelf. Op het tinnen zegel en de kruik zelf waren stempels aangebracht. Zo kon de herkomst achterhaald worden en daarmee ook de inhoud. En wat blijkt? Het gaat hier om een beroemde en geneeskrachtige drank uit vroeger tijden: mineraalwater uit de beroemde Apollinarisbron in Ahrweiler in Duitsland!

Verder lezen? Download het artikel van Timo d’Hollosy in het boek ‘Een maand op zicht’. https://drive.google.com/file/d/1ZQXnf-CWwr-Hr7N9pEbOJFAFZ1W_9Utp/view?usp=sharing

Het Centrum voor Archeologie 40 jaar! Dat gaan we het hele jaar vieren, met vondsten van de allereerste opgraving in de Breestraat in 1984. 

In april is een boender van heide uit de 16de eeuw de vondst van de maand. Een alledaags gebruiksvoorwerp, dat desondanks maar zelden opgegraven wordt. Verder lezen? Download dan het informatieblad.


1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
De metaalspecialist

In de afgelopen 40 jaar hebben we meer dan 23.000 metalen vondsten opgegraven. Genoeg werk dus voor onze metaalspecialisten! Metalen voorwerpen worden niet zo snel weggegooid. Het is waardevol materiaal, dat lang meegaat. Gaat een voorwerp toch kapot, dan werd het vaak weer omgesmolten. Of men maakte er weer iets anders van. De dingen die we wel vinden, kunnen heel fragiel zijn.

Voorwerpen van ijzer hebben dikke lagen roest. En soms is er alleen nog maar roest overgebleven. Maar gelukkig is dat niet altijd het geval en vertellen de voorwerpen ook weer een verhaal: verhalen over bijvoorbeeld kleding (denk aan gespen en knopen), over handel (denk aan lakenloodjes), over ambachten (denk aan gereedschap), over oorlog en over de munt- en geld-cultuur. Soms vinden we organische resten van textiel of hout op de metalen objecten terug. En die resten worden vervolgens zelf weer onderwerp van onderzoek.

Verder lezen? Klik dan hier. https://archeologischcentrum.nl/portfolio/metaal/

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Meer dan 1000 tekeningen

In de afgelopen veertig jaar zijn er meer dan 1000 technische tekeningen gemaakt van de voorwerpen die door ons zijn opgegraven. Soms zijn het objecten die heel uit de bodem zijn gekomen. Maar meestal zijn het voorwerpen van aardewerk waarvan we genoeg scherven hebben gevonden om ze na het nodige puzzelwerk weer in elkaar te lijmen en te restaureren.
We maken deze tekeningen, omdat die op een andere manier informatie geven dan getallen (zoals de afmetingen), tekst (zoals merk en type) of foto’s. Bij aardewerk is bijvoorbeeld de ‘doorsnede’ belangrijk.

In de afgelopen maanden zijn deze tekeningen gescand. Het is de bedoeling dat de tekeningen straks in onze database zichtbaar zijn, net als de foto’s die we van de voorwerpen maken.
Het scannen is gedaan door onze administratief medewerker. Die heeft natuurlijk niet veel verstand van archeologie, maar genoot vaak wel van de mooie plaatjes. Hij heeft er daarom negen (hij vind dat minder echt niet kan) uitgekozen om ze op deze plaats te delen. Natuurlijk samen met een foto van het voorwerp. Hebben jullie net zoveel bewondering voor het geduld van de tekenaar als onze administratief medewerker? Tip: klik op de foto’s om ze helemaal te zien.

Bijzonder bezoek: de Urban Sketchgroep!

Gisteren zaten een stuk of tien enthousiaste mensen in onze expositieruimte te tekenen, schetsen en aquarelleren. Het waren de mensen van de Power Urban Sketchgroep. Ofwel een groepje mensen dat er op uit trekt om buiten te werken. Nou ja, in de winter zoeken ze natuurlijk binnen leuke plekken. En zo kwamen ze gisteren bij ons uit. We laten je graag mee genieten van de resultaten (tip: klik op de foto’s om alles te zien). En: wordt vervolgd!

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Opgraving bij de Rochuskapel: Aagje

In 2002 deden we een kleine opgraving bij de Rochuskapel aan de Pothstraat. Tijdens dit onderzoek zijn veertig slachtoffers van de pest opgegraven. Een van de skeletten was van een vrouw van ongeveer 27 jaar oud. Haar skelet laat zien dat ze een jeugd vol ziekte en ongemak heeft gehad. Ze leed aan bloedarmoede, vitaminetekort en een longziekte. Ook had ze een slecht gebit. Maar dat was niet het ergste. Omdat ze op het Pestlijderskerkhof is begraven, nemen wij aan dat ze aan de pest is doodgegaan. De vrouw is met een bijzonder voorwerp begraven: een gebogen strip van koper die achterop haar schedel zat. Het was een ‘oorijzer’, waarmee vrouwen de kapjes op hun hoofd vast klemden. Dit oorijzer was rond 1640 in de mode.

Bijna vier eeuwen na haar dood is het gezicht van de vrouw gereconstrueerd. Alle mensen hebben unieke schedels, en daardoor verschillende gezichten. Maar er zijn ook overeenkomsten. Het is bijvoorbeeld bekend hoe dik de spieren, vet en huid op bepaalde plekken op de schedel zijn. En we weten ook hoe de schedel de vorm van de neus en de breedte van de mond bepaalt. Omdat er aan het oorijzer nog een paar haren zaten, weten wij dat de vrouw blond haar had. Alleen de kleur ogen weten we niet zeker. De reconstructie zit bij ons achter het raam en kijkt uit over de Westsingel. We hebben haar Aagje genoemd.

Een reis door de tijd

Gisteren heeft wethouder Rutger Dijksterhuis aan onze kinderburgemeester Lynn Verhoeven het eerste exemplaar van het boek ‘Een reis door de tijd, veertig jaar stadsarcheologie in Amersfoort’ overhandigd.

Veertig jaar stadsarcheologie. Dat zijn meer dan 300 opgravingen. Een depot met 200.000 vondsten. Honderden publicaties en rapporten. In ‘Een reis door de tijd’ vertellen de stadsarcheologen in ruim 100 pagina’s over hun bijdrage aan de kennis van de geschiedenis van Amersfoort en haar inwoners. Van de 40.000 jaar geleden tot nu. Download de PDF en bekijk het inkijkexemplaar!

Heb je belangstelling voor dit leuke boek, kom dan op woensdag of vrijdag naar onze open middag. Je bent welkom van 14.00-16.30 uur. Je kunt dan meteen onze expositieruimte bekijken. De prijs van het boek is € 5,00. Kan je niet naar een van onze open middagen komen, stuur dan een mail naar archeologie@amersfoort.nl.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE

Onze voorgangers
Hoewel er al 40 jaar een stadsarcheoloog bij de gemeente werkt, wordt er natuurlijk al veel langer archeologisch onderzoek in Amersfoort en omgeving gedaan. Dat is bijvoorbeeld te lezen in het Dagblad voor Amersfoort van 14 januari 1959: “In de jaren 1878 en 1879 verrichtte een gezelschap Amersfoorters, waaronder Van Rootselaar, Croockewit en Nairac, opgravingen op de Soesterheide en de Leusderheide. Het resultaat was een dertigtal urnen, waarbij een zeer fraaie. Deze archeologen meenden voorwerpen uit de jaren kort voor Christus geboorte te hebben gevonden, doch wat zouden zij opkijken, wanneer ze thans te horen kregen, dat zij zeer grote zeldzaamheden uit de jaren rond 1500 voor Christus aan het daglicht hadden gebracht!”

Bij het Centrum voor Archeologie zijn voorwerpen uit die tijd èn die mooie urn te bewonderen. Onze expositieruimte aan de Westsingel 46 is open op woensdag- en vrijdagmiddag van 14:00 tot 16:30 uur.

Verder lezen? Download dan het informatieblad over de urn.

Tip: open de foto in een nieuw tabblad om het krantenartikel te lezen.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE

De Kei. Vondst 1

Archeoloog Timo d’Holossy vertelt: Het verhaal van de Amersfoortse kei is bij velen bekend: hoe de ‘dolle’ jonkheer Everhart Meijster om een weddenschap te winnen de Amersfoortse bevolking zo gek heeft gekregen een enorme zwerfsteen die buiten de stad lag, de stad in te slepen; hoe de “keientrekkers” vervolgens de kei uit schaamte begroeven om een eind te maken aan alle bespottingen die hun ten dele vielen. En hoe de kei vele eeuwen later door Spekkie werd gevonden.

Het heeft even geduurd, voordat het tot me doordrong dat het verhaal van de Kei eigenlijk een archeologische vondst is: het is een historisch object en het is verbonden aan de geschiedenis van Amersfoort en haar bewoners. De kei lag lange tijd verborgen onder de grond. En dan: een zoektocht in opdracht van de gemeente, die begint met het in kaart brengen van de meest kansrijke locaties. Tijdens steekproefsgewijze graverij (vergelijkbaar met onze proefsleuven) wordt het object gelokaliseerd (‘doar istie!’). Daarna opschalen naar een opgraving om de vondst te bergen. Het werk wordt in woord en beeld gedocumenteerd en krijgt alle aandacht van het publiek. Wij vinden de Kei daarom ‘Vondst 1’!


De kei is te zien op de hoek van de Utrechtsestraat met de Stadsring. De kei heeft een grillige vorm en veel mensen zien er de kop van een mens, beer of hond in. Er zitten ook krassen in de kei. Wie heeft dat ooit gedaan? En wat betekenen die krassen? Dat blijft nog steeds een raadsel.

Verder lezen? Download dan hier het artikel uit het boek ‘Gespaard verleden’.

Tijdschrift de Kroniek over 40 jaar stadarcheologie

Dit jaar is het veertig jaar geleden dat de gemeente Amersfoort een stadsarcheoloog aanstelde. Inmiddels telt het Centrum voor Archeologie zo’n dertig medewerkers en vrijwilligers. Kleine en grote archeologische opgravingen vonden plaats, die de stadsgeschiedenis in een nieuw daglicht stelden. Ter gelegenheid van dit lustrum is de Kroniek van maart 2024 geheel gewijd aan archeologie in Amersfoort.

Wil je ook een exemplaar van deze Kroniek? Je kunt die op woensdag- en vrijdagmiddag afhalen bij het Centrum voor Archeologie aan de Westsingel 46; van 14:00 tot 16:30 uur. Je kunt dan meteen onze expositieruimte bezoeken.

Vondst van de Maand: zijden slaapmuts

Deze slaapmuts is in 1984 opgegraven op de plek van de voormalige markthallen aan de Breestraat. Het is best bijzonder als we bij een opgraving textiel vinden, want textiel vergaat snel in de bodem. De vondst van een complete zijden slaapmuts is helemaal speciaal. Deze slaapmuts is in een van de beerputten terecht gekomen. Omdat hij in vochtige grond lag met gunstige omstandigheden, is hij niet vergaan. Een slaapmuts kwam goed van pas in de vaak tochtige en koude huizen! Deze slaapmuts is versierd met stiksels in de vorm van bloemmotieven en zal van een rijk iemand zijn geweest. Met dit soort vondsten krijgen we meer inzicht in de kleding van een bepaalde periode. Verder lezen? Download dan het informatieblad.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE

Vuursteen
In de afgelopen 40 jaar hebben we meer dan 4000 stukjes vuursteen opgegraven. Vuursteen is de hardste steensoort die je hier kunt vinden; zo hard dat je ermee in staal kunt krassen. Doordat je vuursteen goed kunt splijten, is het heel geschikt om er werktuigen mee te maken. En dat deden de mensen in de Steentijd (40.000 tot 4.000 jaar geleden) dan ook.

Als je bedenkt dat er in de Steentijd nog geen 10.000 mensen in ons land leefden, is het eigenlijk heel bijzonder dat we zoveel jaren later hun vuurstenen gereedschappen terug vinden.  Het beschrijven van vuursteen is echt specialistenwerk. Want het zijn maar kleine stukjes steen en op het eerste oog lijken ze veel op elkaar.

Gelukkig voor ons ontwikkelen en verfijnen de mensen in de loop van de Steentijd hun techniek. En de mensen passen hun techniek om vuursteen te bewerken onder andere aan aan de omstandigheden waarin ze leven: een koud klimaat vraagt om ander gereedschap, bijvoorbeeld omdat er op andere dieren wordt gejaagd. Alles bij elkaar helpt het archeologen om de vuurstenen objecten te dateren.

Verder lezen? Klik dan hier.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE

Vondsten met een verhaal
We bewaren meer dan 200.000 vondsten. Dat zijn vooral scherven aardewerk en stukjes bot. Maar regelmatig graven we ook min of meer complete voorwerpen op. En er zitten ook ‘Vondsten met een verhaal’ tussen. Soms zijn het vondsten die, in ieder geval voor Amersfoort, heel bijzonder zijn. Soms zijn het vondsten die horen bij de geschiedenis van onze stad. En soms zijn het vondsten met gewoon een leuk of bijzonder verhaal.

In onze expositieruimte worden een stuk of 30 van die bijzondere vondsten in het zonnetje gezet. Kom dus kijken naar bijvoorbeeld de Spaanse olijfoliekruik, de puntneuskan, de vuurstolp of de pelgrimshoorn.

Verder lezen? Klik dan hier.

Deze meeste ‘Vondsten met een verhaal’ kan je terug vinden in de boeken ‘Een maand op zicht’ en ‘Gespaard verleden’. De boekjes zijn te koop als onze expositieruimte open is voor publiek: op woensdag- en vrijdagmiddag van 14.00 – 16.30 uur.

In deze vitrines staan nog twee bijzondere voorwerpen: een mammoetbot en het model van een boerderij. Het mammoetbot komt niet uit Amersfoort, maar van de Tweede Maasvlakte en is door de vinder aan ons geschonken. De boerderij is een schaalmodel van een boerderij uit de Late IJzertijd (250 v. Chr. tot begin van onze jaartelling). Hij is door de stadsarcheologen gemaakt om te kijken hoe de mensen meer dan 2000 jaar geleden een boerderij bouwden.

Je kan onze expositieruimte op woensdag- en vrijdagmiddag bezoeken van 14:00 – 16:30 uur.

Restauratie van het ‘Blauwe bord’

Bij de opgraving in 2014 op het terrein Oude Schans – Spuistraat in Spakenburg kwamen een paar scherven blauw geglazuurd aardwerk tevoorschijn. Ze zijn van een bord uit de periode 1600-1650, dat waarschijnlijk gemaakt is in Haarlem of Harlingen. Archeologen noemen dit soort borden ‘majolica’: alleen de bovenkant is mooi geglazuurd en bewerkt. De doorsnede van het bord is ongeveer 27 cm.

Na tien jaar is het bord gerestaureerd. Eerst zijn de scherven aan elkaar gelijmd (foto 1). Daarbij is het van belang om de rand-scherven precies onder de juiste hoek aan de bodem te lijmen. Vervolgens is er met een profielkam het bodemprofiel van het bord overgezet op een ‘plankje’ van piepschuim. Door die rond te draaien over een dikke koek natte voegcement, ontstaat een negatieve vorm van de binnenkant van het bord (foto 2 en 3).

De mal wordt met een heel dun uitgerolde laag plasticine bekleed (foto 4), omdat het gips anders aan het cement plakt. Daarna is gips op kleur gemaakt en in een mortier met stamper heel goed gemengd en fijngewreven (foto 5). Dan wordt in delen het blauwe gips aangebracht. Het resultaat is te zien op foto 6.

Vervolgens worden met eindeloos schrapen en schuren de binnenkant en buitenkant voorzichtig glad gemaakt en in vorm gebracht (foto 7). Tot slot zijn de delen van gips vier maal met transparant acryl vernis behandeld om een vergelijkbare uitstraling te krijgen als het glazuur van het bord (foto 8).

Verder lezen over deze opgraving? Download dan het rapport.

1984-2024: 40 JAAR CENTRUM VOOR ARCHEOLOGIE
Opgraving Breestraat – Markthal

Wist je dat de opgraving aan de Breestraat 40 jaar geleden de eerste opgraving van de Amersfoortse stadsarcheologe was? Ze werd overigens geholpen door de vrijwilligers van de AWN en archeologen van de ROB (Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek; nu RCE).

In 1984 zijn de twee markthallen uit de jaren twintig gesloopt om plaats te maken voor woningbouw. De opgraving heeft plaats gevonden voordat de hallen werden gesloopt. Hierdoor hadden de archeologen geen last van het weer. In de hal kon een opgraving van 12 bij 27 meter aangelegd worden.

Het gebied rond de Breestraat lag vroeger veel lager, was nat en de grond was voedselarm. In de loop van de tijd is het terrein maar liefst 2,20 meter opgehoogd. In het begin van de 13de eeuw (1200-1250) is het terrein in gebruik genomen als weiland. Bij de opgraving zijn meerder afwateringssloten gevonden. Na een ophoging met een laag van 80 cm mest en heideplaggen kon men ook akkerbouw bedrijven. Het terrein is vanaf het einde van 15de eeuw verder opgehoogd en geschikt gemaakt voor de bouw van huizen. De oudste funderingen dateren uit de 15de eeuw. Veel oude sporen zijn verloren gegaan omdat bij de huizen diepe kelders zijn gegraven. Verder lezen? Download dan het verslag van de opgraving.

Bij de opgraving hebben we veel mooie en bijzondere vondsten gedaan. We zetten dit jaar een aantal van die vondsten in de schijnwerpers als ‘Vondst van de Maand‘. Zo is in onze expositieruimte deze maand een rapierschede te bewonderen.

WIJ ZIJN JARIG!
1984-2024: 40 jaar Centrum voor Archeologie

Op 8 februari 1984 is Monique Krauwer aan de slag gegaan als de eerste stadsarcheologe van Amersfoort. Met een tijdelijk contract en voor halve dagen. En dat was niet zomaar de start van een nieuwe medewerker. Het was voor de krant aanleiding voor een interview met haar. Tip: open de foto in een nieuw tabblad om het krantenartikel te lezen.


En dat betekent ook dat we vandaag onze veertigste verjaar vieren! Veertig jaar stadsarcheologie, dast is/zijn meer dan 300 opgravingen, een depot met 200.000 vondsten, honderden publicaties en rapporten en op dit moment een team met 6 archeologen, 15 vrijwilligers, 4 stagiaires en 1 administratief medewerker.

We besteden dit jaar uitgebreid aandacht aan dit jubileum. We kijken op deze plaats iedere week terug op ‘oud nieuws’. Binnenkort verschijnt een boekje over 40 jaar opgraven in Amersfoort. En in het najaar verschijnt een nieuw boek over 40 bijzondere vondsten. Er komt een lezingenavond. En nog veel meer. We houden je op de hoogte!

Rapport af: Hogeweg 70 – Voormalig Militair Hospitaal

In 2022 hebben wij een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd op het terrein van het voormalig Militair Hospitaal aan de Hogeweg. Tijdens het onderzoek zijn sporen en resten uit twee perioden aangetroffen: de periode vanaf 1877, toen het ziekenhuis werd gebouwd. En de tijd daarvoor, toen het terrein een agrarisch gebruik kende. Op het kaartje is het terrein van het voormalig Militair Hospitaal aangegeven. De proefsleuven zijn rood.

Het terrein is voorafgaand aan de bouw van het Militair Hospitaal opgehoogd, waarmee het oorspronkelijke hoogteverschil van ongeveer 50 cm is verdwenen. Het terrein is waarschijnlijk opgehoogd met de grond die is vrijgekomen met het graven van de grachten die rondom het terrein hebben gelegen en er gedeeltelijk (in het noorden) nog steeds liggen. Daaronder bevindt zich de oude bouwvoor, het oorspronkelijke maaiveld van vóór de bouw van het Militair Hospitaal. Het gaat plantenbedden van een tabaksplantage, waarvan de schuur in het zuiden van het onderzoeksgebied heeft gelegen. Er is geen vervolgonderzoek nodig.

Verder lezen? Download dan het rapport.

Vondst van de Maand: Leren zwaardschede

In een beerput op de opgraving Breestraat 23 is een leren zwaardschede gevonden. Hoewel hij al heel lang in onze expositieruimte te bewonderen is, was goed onderzoek er tot nu toe bij ingeschoten.

De zwaardschede is gemaakt van kalfsleer en de lengte is 71 cm. Hij is vroeger langer geweest, want zowel de bovenkant als de onderkant ontbreken. Het is een schede voor een rapier (een soort zwaard) uit de 16de eeuw. Bijzonder is dat er ook een vak voor een mes op de schede zit. Een super efficiënte schede dus! In ieder geval was onze zwaardschede versleten en is waarschijnlijk daarom als afval in de beerput terecht gekomen.

Verder lezen? Download dan het informatieblad.

Sneeuw!

Er ligt sneeuw in Amersfoort! En de archeologen vertellen tijdens de koffiepauze nostalgische verhalen over opgraven in de sneeuw. Hoe koud het was. En hoe nat iedereen werd. Hierbij dus een paar foto’s van de opgraving op het Mooierplein in 1998.

Wil je meer weten over deze opgraving? Lees dan het artikel in de Archeologische Kroniek Provincie Utrecht 1998-1999.

Nieuwe vrijwilligers

Deze maand verwelkomen we maar liefst vier nieuwe vrijwilligers! Twee vrijwilligers gaan zich bezig houden met de restauratie van aardwerk. Maar de komende weken gaan ze eerst ‘spaarvarkens kleien’. Ja, die replica’s maken we zelf; ongeveer net zo als de pottenbakkers dat ruim 400 jaar geleden ook al deden. En we beginnen door onze voorraad heen te raken.

Links op de foto zit Jos, die al een jaar of vijf onze deskundige restaurator is. In het midden zit Willianne en rechts Kees, die enthousiast maar nog wat onwennig hun eerste spaarvarkens maken. Binnenkort in de verkoop!

Wil jij ook zo’n mooi spaarvarken. Kom dan op woensdag of vrijdagmiddag langs als onze expositieruimte aan de Westsingel 46 geopend is voor bezoek (van 14.00 tot 16.30 uur). Meer lezen over de spaarvarkens? Download dat de folder die we bij de verkoop mee geven.

Nieuws uit andere media

We komen regelmatig berichten of nieuws tegen die zijdelings met ons werk te maken hebben. Deze keer twee van die berichten.

In het blad ‘Puur Natuur’ van Natuurmonumenten lazen we het volgende: “IJstijd. In de podcast ‘Zo klonk Nederland’ neemt Vroege Vogels je mee op een tijdreis door de natuur. Wat hoor je als je rondloopt in de ijstijd als er mammoeten en leeuwen rondstruinen? Hoe klinkt een middeleeuws bos? Welke natuurgeluiden zijn de afgelopen 100.000 jaar verdwenen? Te beluisteren op nporadio1.nl/podcasts, op Spotify en in je podcast-app.”

En op de website Scientias.nl lazen we het volgende: “Ben je geboren in de jaren tachtig van de vorige eeuw of daarna? Zet dan maar een grote cirkel om het jaar 2061 in je agenda. Komeet Halley komt eraan! Komeet Halley bereikte gisteren het aphelium, oftewel het verste punt in zijn baan om de zon. Dit betekent dat de bekende komeet vanaf nu richting de zon (en dus ook de aarde) reist. We moeten alleen nog wel even geduld hebben: de komeet is pas over 38 jaar zichtbaar.” En dat brengt ons bij twee van onze vondsten: de komeetbekers! Die waren in november 2017 onze Vondst van de Maand. Het infoblad kan je hier downloaden. En om die te zien hoef je niet tot 2061 te wachten; je kunt ze iedere woensdag- en vrijdagmiddag komen bewonderen (behalve in de kerstvakantie).

In de kerstvakantie zijn we dicht

Omdat in de kerstvakantie de meeste medewerkers en vrijwilligers vrij nemen, is onze expositieruimte niet te bezoeken. Dat betekent dat de openmiddagen op woensdag en vrijdag tijdens de schoolvakantie niet door gaan. En dat is van 25 december tot en met 7 januari.

We wensen iedereen fijne feestdagen en tot ziens in het nieuwe jaar!

Update uitwerking Leusderweg 249 – Stuk roest of speciaal geschenk?

In het voorjaar hebben we bij Leusderweg 249 een grafveld opgegraven van ongeveer 3000 jaar oud. Uit één van de crematiegraven werd een vreemd stukje metaal ontdekt. Metalen voorwerpen kunnen in de grond roesten, en dit voorwerp was zo aangetast dat het meer leek op een onherkenbare roestklomp die door boomworteltjes was doordrongen. Natuurlijk waren we erg nieuwsgierig naar wat het voorwerp zou kunnen zijn. Waarom lag het in een crematiegraf? Misschien was het als geschenk aan de overledene gegeven? Was het een sieraad van de gecremeerde, of een eenvoudige spijker?

We hebben eerst een röntgenfoto gemaakt en ontdekten daardoor dat er nog nauwelijks een kern van metaal aanwezig was in de roestklomp. Daarna hebben we het voorwerp voorzichtig laten reinigen met gedemineraliseerd water. Tijdens dit proces kwam de omliggende grond los en viel het verzwakte voorwerp in meerdere delen uit elkaar. Na droging is de vondst geconserveerd door het te impregneren met een kunstharst (Paraloid B72). De losse fragmenten zijn met weer aan elkaar gemonteerd en daarna is de vondst beschermd met een laag microkristallijne was. Het resultaat was verbluffend! Vergelijk de foto vóór het reinigen maar eens met de foto erna.

Maar ondanks het succesvolle reinigings- en conserveringsproces weten we nog steeds niet wat het voorwerp precies is. De vorm lijkt op die van een fibula. Dat is een (sier)speld om kleding zoals een mantel vast te maken. Echter, de karakteristieke naald van een fibula ontbreekt op dit voorwerp. Dus wat zou het dan wel kunnen zijn? Dat is nog steeds een raadsel voor ons. Dus: wordt vervolgd!

Vondst van de Maand: Teringlijder

Rond 1500 was tuberculose (tering) een algemeen voorkomende ziekte. Bij een klein deel van de patiënten werden ook de botten aangetast. En soms was dat dus de schedel. Door de ontstekingen ontstonden abcessen; de gaten in de schedel. Waarschijnlijk hadden de patiënten daar geen ernstige klachten van. Verder lezen? Download dan het informatieblad.

Je kunt de schedel in december en januari in onze expositieruimte komen bekijken. Op woensdag- en vrijdagmiddag van 14.00 – 16:30 uur. Maar niet in de kerstvakantie.

Opgraving Burgwal in Bunschoten – deel 2

Vorige week is de opgraving aan de Burgwal in Bunschoten afgerond. Tijdens de opgraving zijn meer dan 10 haardkuilen aangetroffen, die allemaal uit het Mesolithicum (9000 – 5000 v. Chr.) dateren. De kuilen lagen allemaal los van elkaar; geen van de kuilen doorsneed een andere kuil. Op de bodem van de kuilen lag een laag met brokken houtskool, die door een laag (dek)zand waren afgedekt (zie foto). Waarschijnlijk zijn de kuilen na gebruik open blijven liggen en geleidelijk met zand dicht gestoven. In de kuilen zijn geen vondsten aangetroffen, met uitzondering van één (bewerkt) stukje vuursteen.

Tijdens het aanleggen van de verschillende werkputten zijn wel meer vuursteenvondsten gedaan. Deze vondsten bevonden zich veelal in de B-horizont van een podzolbodem, die gedeeltelijk op het terrein bewaard was gebleven. Een podzolbodem is een bodemsoort die uit verschillende lagen (horizonten) bestaat, waarbij de B-horizont, de zogenaamde inspoelingslaag, de voorlaatste laag is.

De vondst van de vuurstenen en de verschillende haardkuilen tonen aan dat het perceel aan de Burgwal gedurende een langere periode in het Mesolithicum in gebruik is geweest. Wat de mensen precies op deze locatie deden is vooralsnog niet duidelijk. We hopen dat de vondsten ons meer vertellen over deze plek als ze worden onderzocht door experts.

Behalve de vondsten uit het Mesolithicum werden sporen gevonden die laten zien dat het terrein vanaf het einde van de 13de eeuw, begin 14de eeuw, opnieuw in gebruik werd genomen. Dit gebruik strekte zich uit tot vandaag de dag. Deze sporen omvatten paalsporen van structuren zoals hooibergen en ook verschillende waterputten, waarvan er meer dan 5 zijn opgegraven. Deze waterputten (zie foto) lijken te dateren van de 14de tot en met de 19de eeuw. De vondsten uit deze putten zullen helpen om de periodes van gebruik nauwkeuriger te dateren en het volledige archeologische verhaal van dit terrein aan te vullen.

Opgraving Burgwal in Bunschoten – deel 1

Op de hoek van de Dorpsstraat met de Burgwal heeft een tankstation gestaan. Na de opgraving zullen hier enkele woningen worden gebouwd. Deze week wordt de opgraving afgerond.

Op de eerste dag van de opgraving werd al vuursteen gevonden. Dat werd waarschijnlijk gebruikt door de jager-verzamelaars die hier van 9000 tot 5000 voor Christus door het gebied trokken en misschien tijdelijk op deze plek hebben gewoond. Inmiddels heeft deze opgraving voor de nodige publiciteit gezorgd.

Er staat ook een filmpje op TikTok. Daarin is goed te zien dat de opgraafploeg het niet gemakkelijk heeft: het regent bijna iedere dag en er staan grote plassen. De storm van twee weken geleden maakte het helemaal onmogelijk om aan het werk te gaan.

Vondst van de Maand november: Uitgezocht tot op de bodem

In 2009 vonden wij in de kelder van Lievevrouwestraat 12 een vat. Dat vat was in de bodem van de kelder ingegraven. Waarom? Omdat de inhoud dan lekker koel bleef!
De bodem van het vat was nog in goede staat en is na de opgraving geconserveerd. In het hout is een bijzonder brandmerk te zien: een soort schaar. We hebben het tot op de bodem uitgezocht, maar weten helaas (nog) niet wat dit merkteken betekent en wie het heeft aangebracht: de kuiper, de keurmeester, de eigenaar? Ben je benieuwd naar onze speurtocht? Download dan het informatieblad.

Rapport af: bureauonderzoek De Nieuwe Stad

Langs de Kleine Koppel ligt het Oliemolenkwartier, dat wordt omgevormd tot de Nieuwe Stad: een nieuwe plek voor wonen, werken en recreatie. Het gebied is ingericht in ‘kamers’: de te ontwikkelen locaties. Tijdens de gebiedstransformatie wordt het historische en industriële karakter zoveel mogelijk behouden. Daarbij moet natuurlijk ook rekening worden gehouden met archeologie. Wij hebben daarom onderzocht op welke plekken mogelijk nog archeologische sporen aanwezig zijn. Er is daarbij goed gekeken naar de geschiedenis van het gebied: waar is vroeger gebouwd en waarvoor werden de gronden gebruikt. En er is natuurlijk ook rekening gehouden met de plekken waar de vervuilde bodem is gesaneerd. Voor een groot deel van het gebied is er een middelhoge archeologische verwachting op sporen en vondsten uit de Middeleeuwen en een hoge verwachting op sporen en vondsten uit de Nieuwe Tijd. Hier moet bij toekomstige ontwikkelingen een archeologisch onderzoek in de vorm van een proefsleuven plaatsvinden. Verder lezen? Download dan CAR-rapport 134.

Leusderweg 249: de schatkist is geopend, deel 2

Vorige week begonnen we vol enthousiasme met het couperen van het crematiegraf. Nu we de helft van het graf er uit hebben gehaald, blijkt dat alleen de onderste 10 cm van het graf bewaard is gebleven. Dat is jammer, want daarmee is de kans op bijzondere vondsten zoals een urn of metalen grafgiften een stuk kleiner. Maar ook zonder zulke goodies blijft dit graf een belangrijke vondst. Wij gaan even enthousiast als voorheen door met het uitgraven. Hierbij verzamelen we alle stukjes verbrand bot. Dat kunnen we laten analyseren en wie weet komen we dan nog het een en ander te weten over de persoon die hier is gecremeerd. Maar ook om te bepalen hoe oud het graf is aan de hand van een koolstofdatering, komt het verbrande bot goed van pas.

15 seconds of fame

Afgelopen woensdag (18 oktober) was in een aflevering van de populaire serie Oogappels te zien dat Lieke voor haar studie Archeologie meehielp bij een opgraving. Omdat de gehele serie in en rond Amersfoort wordt opgenomen, werd voor de opname van deze scene contact met ons opgenomen. Of wij een geschikte locatie hadden? Nu was het toeval dat we net klaar waren met onze opgraving aan de Leusderweg 320. Daar mochten ze komen filmen hoe Lieke daar een mooi potje vindt.
Helaas is tijdens het echte onderzoek gebleken dat het gehele terrein niet al te lang geleden zwaar over de kop is gegaan en was onze enige vondst een (lege) waterput uit 1400 tot 1800. Dat potje is dus niet van ons…
Leuk om op zo’n manier een beetje reclame te kunnen maken voor ons mooie vak. En ook archeologiebedrijf RAAP bedankt voor de hulp.
Kijk hier de betreffende aflevering: de opgraving zie je bijvoorbeeld op 10:10.
Enne… Lieke? Als je stage wilt lopen bij ons, ben je altijd welkom!

Leusderweg 249: de schatkist is geopend

De afgelopen maanden stond er een grote houten kist in het Centrum voor Archeologie, met daarin een duizenden jaren oud crematiegraf. Dit graf is gevonden tijdens de opgraving aan de Leusderweg; toen is besloten om het graf ‘en bloc’ te lichten zodat het op kantoor rustig onderzocht kan worden.
Deze week hebben we de kist geopend. Eerst is het graf voorzichtig van de bovenkant schoongeborsteld, zodat de verschillende vullingen goed zichtbaar werden. Daarna is een kwart van het graf voorzichtig uitgelepeld, om het graf ook in doorsnede te kunnen onderzoeken. Daarbij vonden we al veel stukjes verbrand bot (crematieresten) en wat houtskool.
De komende week gaan we aan de slag met het volgende kwart van het graf en komen er hopelijk nog meer vondsten tevoorschijn. Ook hopen we dan meer over de opbouw van het graf te weten te komen.

Kamp Amersfoort

We hebben vandaag met Team Archeologie een werkbezoek gebracht aan Nationaal Monument Kamp Amersfoort. Bedankt Floris van Dijk, voor de indrukwekkende rondleiding en verhalen.

Vondst van de Maand oktober: een neusstang?

Het was voor de stadsarcheologen jarenlang een raadsel wat voor voorwerp ze in 1991 op De Hof opgegraven hadden. In 2005 gaf Bertus Brokamp het antwoord: het is een neusstang!

In de 14de eeuw was dit voor ridders dé manier om hun neus te beschermen. Met de gaatjes zat de neusstand vast aan een maliënkolder. En met het ‘kruis’ werd de neusstang aan de helm vastgemaakt. Verder lezen? Download dan het informatieblad.

De Kroniek van september

In het nieuwe nummer van tijdschrift de Kroniek staan twee artikelen van de stadsarcheologen.

Publieksopgraving Leusderweg
Itamar de Rooze en Maarten van Dijk schrijven over de opgraving aan de Leusderweg 249 en dan met name over de activiteiten voor omwonenden en ander publiek: de open dag en het meewerken bij het zeven van de een deel van de grond. Beide activiteiten konden op veel belangstelling rekenen. Verder lezen? Download dan het artikel.

Park vol vondsten
Timo d’Hollosy schrijft over onze werkzaamheden op het terrein van het voormalige Sint-Elisabethziekenhuis. Daarbij gaat het vooral om het proefsleuvenonderzoek op de helikopterlandingsplaats. Het bleek dat hier zo’n 4000 jaar geleden al mensen woonden! Het bleek mogelijk om het archeologisch bodemarchief te sparen door de plannen voor het nieuwe park Elisabeth Groen aan te passen. Verder lezen? Download dan het artikel.

Open Monumentendagen: 9 en 10 september

Komend weekend zijn de Open Monumentendagen. Natuurlijk kan je dan ook ons pand en onze expositie bezoeken. We zijn op zaterdag van 10-17 uur en zondag van 11-17 uur open. Je kunt dan de nieuwe inrichting van onze expo bewonderen en onze werkplaats bezoeken. En er zijn speciale activiteiten voor (klein)kinderen.

Dit jaar is het thema van de Open Monumentendagen ‘Levend erfgoed’. Wij zetten daarom een aantal (oude) ambachtslieden in het zonnetje. Hoe werkten zij, met welke materialen en wat voor gereedschap? In de vitrine in de hal ziet u gereedschappen van bijvoorbeeld de boer, de steenhouwer en de leerbewerker.

U bent van harte welkom!

Vondst van de Maand september: ringeloor

Aardewerk kan met een laagje verdunde klei versierd worden. Aan het eind van de Middeleeuwen deed de pottenbakker dat met een ‘ringeloor’. Dat is een uitgeholde koehoorn met onderin een gaatje en een dun rietje. Je kunt deze manier van werken vergelijken met een banketbakker die een taart versiert.
Het bord komt uit dezelfde tijd als de ringeloor: 1350-1400. Meer recente borden en schalen zijn uitbundiger versierd. Kom maar eens kijken.
Verder lezen? Download dan het informatieblad.

Vondst van de Maand augustus: de schrobpot van Jacob van Campen

Een schrobpot werd gebruikt om vuil op te vangen tijdens het schrobben van de vloer. Het was een ingegraven pot met een gat in de bodem, waarin eventueel een doek kon worden gelegd om het vuil op te vangen terwijl de vloer werd geschrobd. Het water liep door het gat in de pot weg, waardoor de vloer schoon bleef en het vuil werd opgevangen. Het was een slimme manier om te voorkomen dat het vuil zich verspreidde en de vloer weer vies werd. Verder lezen? Download dan het informatieblad.

De resten van deze schrobpot werden gevonden bij het graven van een kelder onder Huize Randenbroek. Een van de bekendste bewoners is Jacob van Campen. Zou hij de vloer wel eens hebben geschrobd?

Eigenlijk is de vraag of een heel gewoon voorwerp als een schrobpot bijzonder wordt omdat een bekend iemand er (misschien) gebruik van heeft gemaakt. Wat vind jij?

Update uitwerking Leusderweg 249

Als de opgravingsploeg het onderzoeksterrein verlaat en de werkputten worden dichtgegooid lijkt het voor de buitenwereld of het werk gedaan is. Maar dat is maar schijn. Het veldwerk mag dan afgerond zijn, binnen begint de volgende grote klus: het verwerken van alle vondsten en de in het veld verzamelde gegevens.
Eerder deze week plaatsen we al een bericht over de vondstverwerking van de opgraving van de tabaksplantage in de Kruiskamp. Maar terwijl we daarmee volop aan de slag zijn waren we ook bezig met de laatste loodjes van de Leusderweg.
En het goede nieuws: na twee maanden hard werken zijn alle vondsten verwerkt. Alle vondsten? Alles op één ding na: het graf dat we in zijn geheel gelicht hebben (zie foto) gaan we binnenkort onderzoeken en dan is het echt klaar.
Althans, de basale vondstverwerking is dan klaar, want dan begint de volgende stap in de uitwerking. Diverse specialisten op het gebied van aardewerk, bot, houtskool en alle andere aangetroffen materiaalgroepen zullen de vondsten nader gaan bestuderen. We zijn natuurlijk heel benieuwd wat dat allemaal voor informatie gaat opleveren. Maar dat gaat nog wel even duren. Geduld is een essentiële eigenschap voor een archeoloog . . . . .

Opgraving klaar: wassen maar!

Het veldwerk van de opgraving van de tabaksplantage is afgelopen vrijdag afgerond. Maar dat betekent natuurlijk niet dat het onderzoek dan ook klaar is. We zijn nu volop bezig met het verwerken van alle vondsten. Wassen, tellen, nummeren en invoeren in onze database is wat we nu doen. Binnenkort weten we exact hoeveel vondsten we meegenomen hebben, en wat voor materiaalgroepen het betreft. En dan kunnen we de specialisten aan het werk zetten. Maar eerst maar eens de laatste zakken met vondsten wassen….


Open dag groot succes

Ruim 200 bezoekers in 2 uurtjes! Leuk dat zoveel mensen de moeite namen om te komen kijken op de open-ochtend van de opgraving van een tabaksplantage in Kruiskamp, Amersfoort.


Kom jij woensdag ook naar onze opgraving in De Kruiskamp?

Vorige week kon je hier lezen dat je aanstaande woensdag tussen 10 en 12 naar onze opgraving aan de Bartholomeus Diasstraat, bij de hoek met de Magelhaenstraat kunt komen kijken. Vorige week hebben we de bovenste laag grond van het terrein verwijderd, zodat nu alle archeologische sporen goed te zien zijn (zie foto). En die sporen zijn van meerdere tabaksschuren. Woensdag is een mooie kans om de archeologen aan het werk te zien en uitleg te krijgen over de opgraving.

Vondst van de Maand: een sluitgewicht

Arnold: “In onze goed gevulde vitrines valt mijn oog steeds weer op een klein metalen bakje. Het is een heel eenvoudig ding en ziet er ongeschonden uit. Ik vroeg me iedere keer weer af wat de mensen vroeger met zo’n klein bakje deden; waar diende het voor? Was het misschien speelgoed? Nu ik de Vondst van de Maand mag presenteren is dat een mooie aanleiding om het uit te zoeken. Wat blijkt: het is onderdeel van een sluitgewicht!”

Een sluitgewicht bestaat uit een serie in elkaar passende bakjes. Sluitgewichten werden vanwege hun nauwkeurigheid onder meer gebruikt voor het wegen van goud en zilver (zoals munten), specerijen en medicijnen. Verder lezen? Download dan het informatieblad.

Opgraving Parkweelde live te volgen

We zijn gisteren gestart met de opgraving aan de Bartholomeus Diasstraat, bij de hoek met de Magelhaenstraat in de wijk Kruiskamp. Woningcorporatie De Alliantie gaat hier straks nieuwe woningen bouwen.

De Alliantie heeft aan een van de gebouwen in de omgeving een camera opgehangen die iedere paar minuten een foto van het bouwproject maakt (‘timelapse’). En die camera laat op de voorgrond onze opgraving zien. Dit dé kans om deze opgraving vandaag en de komende weken live te volgen. Een unieke inkijk in ons werk! Wil je mee kijken? Klik hier om naar de camerabeelden te gaan.

Kom jij ook naar onze opgraving in De Kruiskamp?

In de wijk de Kruiskamp vindt herontwikkeling plaats door woningcorporatie De Alliantie binnen het project Parkweelde 3. Er worden woningen gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Voor de start van de nieuwbouw wordt archeologisch onderzoek uitgevoerd. In 2022 heeft het Archeologisch Centrum van de Gemeente Amersfoort bij archeologisch vooronderzoek een tabaksplantage uit de periode 17de-19de eeuw gevonden. Deze plantage gaan we vanaf maandag 3 juli verder onderzoeken. We verwachten resten van één of meerdere tabaksschuren te vinden, de tabaksbedden waar de tabaksplanten geteeld werden en waterputten. Om omwonenden en andere geïnteresseerden de kans te geven om te zien wat we vinden en te horen hoe we dit onderzoeken organiseren we een open dag.

Open dag op woensdag 12 juli (10:00-12:00 uur)
Op woensdag 12 juli organiseren we een open dag. Er is een doorlopend programma met rondleidingen. U kunt zich melden bij de ingang van het bouwterrein aan de Bartholomeus Diasstraat, bij de hoek met de Magelhaenstraat. Er starten met regelmaat rondleidingen waarbij een archeoloog u meeneemt op het opgravingsterrein. We organiseren het volgende:

  • rondleidingen door de archeologen
  • het opgravingswerk gaat tijdens de open dag gewoon door; u kunt de archeologen dus live aan het werk zien
  • een mini expositie met vondsten van de opgraving en/of vergelijkbare opgravingen;

Er is geen parkeergelegenheid, kom dus op de fiets of lopend.

Rapport af: Roerstraat 28-36

Op het terrein bij Roerstraat 28 staan enkele bedrijfsgebouwen. Deze zullen plaats maken voor twee woningen. Bij de aanleg van de proefsleuven zijn ploegsporen en een greppel aangetroffen. De ploegsporen zijn herkenbaar aan het ‘dakje’ op de foto. De ploegsporen liggen achteraan in de overzichtsfoto. Vooraan ligt de greppel. Dit zijn resten van het voormalige agrarische gebruik en dateren uit de 20ste eeuw. Vervolgonderzoek is niet nodig. Verder lezen? Download dan CAR-rapport 133.

Leusderweg 249: het vervolg

De opgraving van het urnenveld aan de Leusderweg ligt inmiddels twee maanden achter ons. Itamar is onze projectleider van deze opgraving en we vroegen hem hoe het nu verder gaat.
De greppels rondom de graven zijn bijna allemaal door vrijwilligers in het veld gezeefd. Maar de grond van de kuilen met crematieresten hebben we ingepakt om op kantoor te zeven. Voor die klus moeten we namelijk heel nauwkeurig te werk gaan. We willen elk stukje bot, houtskool of aardewerk zien, hoe klein ze ook zijn! Van dat zeven lieten we al een korte video zien. Al met al een flinke klus! We hebben inmiddels eenderde van het zeefwerk achter de rug.

Op de zeef blijven niet alleen stukjes bot, houtskool en aardewerk liggen, maar vooral ook veel grind. Dat gaat allemaal in de droogkast. Als alles droog is, komt de volgende stap: de stukjes bot, houtskool en aardewerk moeten uitgezocht worden. Op de foto kan je zien dat dat een nauwkeurig werkje is. En dit is een droogbak met weinig grind.

Als het zeef- en uitzoekwerk klaar is, gaan we bekijken wat en hoeveel bot, houtskool en aardewerk we precies hebben. En nog belangrijker is natuurlijk dat we graag willen weten hoe oud alles is, van wie de botresten zijn en van wat voor planten het houtskool afkomstig is. We kunnen veel zelf, maar dit is het moment dat we specialisten inschakelen. Zo zal een ‘fysisch antropoloog’ de botresten analyseren, een ‘archeobotanist’ het houtskool onderzoeken en een specialist in prehistorisch aardewerk de scherven en scherfjes bekijken.

We zijn natuurlijk heel erg benieuwd wat de specialisten allemaal aan de vondsten zullen achterhalen. Daarvoor moeten we wel geduld hebben. Het kan nog wel maanden duren voor we meer weten.

Puntneuskan

In februari was er een kleine opgraving in het plantsoen naast ons pand aan de Westsingel. Toen vonden we vooral lege drankflessen. Inmiddels zijn de andere vondsten schoon gemaakt en beschreven. En daar zat een scherf van een puntneuskan bij! Uit de foto van de scherf blijkt wel waarom we die kannen zo noemen. Voor Amersfoort is dit een bijzondere vondst, omdat we maar enkele puntneuskannen of scherven daarvan hebben opgegraven. Klik hier om verder te lezen over puntneuskannen.

Lekschaal eindelijk gerestaureerd

Bij de opgraving op het terrein tussen de Stovestraat en de Valkstraat in 2016 is heel veel aardwerk gevonden. Wil je meer weten over deze opgraving? Download dan het rapport.

Na het schoonmaken is er maanden gewerkt aan het sorteren en beschrijven van de scherven. Zijn er scherven die aan elkaar passen? En ontstaan er zo min of meer complete voorwerpen? De foto’s geven een indruk van het ‘puzzelen’; de lekschaal staat midden op tafel. Op de foto is ook te zien dat de scherven met tape bij elkaar worden gehouden en dat er (natuurlijk) heel veel losse scherven over blijven. Het in elkaar puzzelen van de lekschaal was een hele uitdaging, omdat één scherf nauwelijks raakvlakken heeft met de rest van de schaal (de rode cirkel op een van de foto’s). Toen de schaal in elkaar zat, kon die beschreven en gedateerd worden.

De lekschaal heeft een diameter van 32 cm en de hoogte is 6 cm. Het is een ‘platte lekschaal met kraagrand op poten’. De schaal is gemaakt van roodbakkend aardwerk en aan twee zijden afgewerkt met loodglazuur. De schaal heeft twee horizontale ‘worstoren’. En hij is gemaakt tussen 1550 en 1600, wat een vrij nauwkeurige datering is. En daarmee kunnen ook de andere vondsten uit hetzelfde spoor gedateerd worden.

Dat was in 2017. In de afgelopen maanden heeft onze vrijwilliger Jos tijd gevonden om de schaal te restaureren. En dat was een hele uitdaging! Als eerste heeft hij de scherven (weer) aan elkaar gelijmd. Daarna heeft hij de ontbrekende stukken met gekleurd gips aangevuld. Er is daarbij gekozen voor een groene kleur gips; voor het bepalen van de goede kleur heeft hij heel wat proefjes gemaakt. Op de foto’s is te zien dat je zo’n groot gat niet in een keer kunt vullen. En er is ook mooi te zien hoe de gaatjes zijn gemaakt: met kleine stukjes bamboe. Restaureren van aardwerk is in de praktijk vooral heel veel schrapen en schuren. Het resultaat mag er zijn: zeven jaar na de opgraving hebben we een prachtige lekschaal!

De komende tijd kan je de lekschaal tijdens onze open middagen op woensdag en vrijdag bewonderen. En we vertellen natuurlijk graag meer over de schaal en de restauratie.

Kroniek juni 2023

In het laatste nummer van tijdschrift de ‘Kroniek, tijdschrift historisch Amersfoort’ staan twee artikelen van onze stadsarcheologen.

Erfgoed gezocht
Sanne Beumer en Timo d’Hollosy schrijven over het project ‘Erfgoed gezocht’. Tijdens de coronajaren speurden ruim 4.500 mensen vanachter hun eigen laptop, tablet of pc op hoogtekaarten naar nog onontdekt archeologisch erfgoed op de Utrechtse Heuvelrug. Misschien was jij wel een van deze onderzoekers? En met succes: het project heeft bijna 40.000 potentiële nieuwe grafheuvels, raatakkers en houtskoolmeilers opgeleverd. Een schat aan informatie! Op het kaartje zijn de resultaten binnen de gemeenten Soest (links), Zeist (onder), Leusden( rechtsonder) en Amersfoort (rechtsboven) te zien. Dit project krijgt een vervolg, want nu moet onderzocht worden bij welke potentiële locaties het ook echt om archeologie gaat. Verder lezen? Download dan het artikel.

Hout van Kouwenhoven
Itamar de Rooze schrijft over een houten kuip die bij de opgraving van Buitenplaats Kouwenhoven in Hoogland is gevonden. Een vrij alledaagse vondst uit de opgraving blijkt na uitgebreid archeologisch onderzoek tot een reeks bijzondere ontdekkingen te leiden… en nieuwe vragen. Zo weten we nu dat voor deze kuip een 224-jarige eik rond 1681 in het midden van Duitsland werd gekapt. Verder lezen? Download dan het artikel.

Inmiddels is het hout van de kuip geconserveerd en is een van onze vrijwilligers bezig om van de duigen weer een kuip te maken. Kom eens langs om die te bewonderen.

Vondst van de Maand: Vroegmiddeleeuws aardewerk uit Hoogland

In maart kon je hier lezen over een unieke ontdekking in ons depot: een scherf van ongeveer 3 bij 5 cm. Die scherf is nu onze ‘Vondst van de Maand’. En dat is natuurlijk niet zomaar.

Er is historisch en archeologisch vrij weinig bekend over Amersfoort en Hoogland in de Vroege Middeleeuwen. Bij de Driesluizenbrug is in 1986 bij de aanleg van de brug in de Bunschoterstraat over de Eem de tot nu toe oudste middeleeuwse scherf gevonden. Eigenlijk de eerste tekenen van leven ná de Romeinse Tijd. Deze scherf dateert uit de 8ste eeuw en is gemaakt in Duitsland. Kom op woensdag- en vrijdagmiddag deze scherf bewonderen. Verder lezen? Download dan het informatieblad.

Leusderweg 249: zeven van de grafkuilen

In april/mei hebben de stadsarcheologen aan de Leusderweg 249 een grafveld / urnenveld van ongeveer 3000 jaar oud opgegraven. We zijn nu volop bezig met het verwerken van de vondsten.  

Bij de opgraving zijn vier grafkuilen met crematieresten gevonden. Die hebben we in zakken gedaan en mee genomen naar de Westsingel. De inhoud van de grafkuilen wordt gezeefd op een zeef met mazen van 1 mm. Daarbij spoelt het zand weg en komen de crematieresten tevoorschijn. In de video (die versneld wordt afgespeeld) kan je mooi zien dat de crematieresten uit het zand tevoorschijn komen. Op de foto is te zien dat er na 3000 jaar nog heel wat resten van bot aanwezig zijn. Deze worden gedroogd en later nader onderzocht.  

Ontdekking in ons depot: schedel met gaten

Op het Stadhuisplein, op de plek waar nu de parkeergarage is, is in 1992 de begraafplaats van het voormalige Observantenklooster opgegraven. Hierbij zijn meer dan 250 graven van vrouwen, mannen en kinderen uit de 15de en 16de eeuw aangetroffen. De kistbegravingen lagen kop aan voet in lange rijen van west naar oost, waarbij soms drie of vier graven bovenop elkaar waren geplaatst, met het hoofd naar het westen. Onze fysisch antropologen (ofwel bottenspecialisten) zijn nog regelmatig bezig om de skeletten goed te beschrijven en onderzoeken. Momenteel ligt het skelet van ‘graf 158’ op tafel. En dat is heel bijzonder! Want in de schedel zitten aan de boven- en achterzijde vier gaten. Hoe zijn die daar gekomen? Een ziekte, een ongeval, verwondingen of de resten van een operatie? In ieder geval heeft de persoon na het ontstaan van die gaten nog een poos geleefd, want in een van de gaten is goed te zien dat er weer nieuwe botaangroei / genezing is. Wordt vervolgd!
Verder lezen over het werk van onze fysisch antropologen? Klik dan hier.

Nationale Archeologiedagen

De Nationale Archeologiedagen zijn drie dagen in het jaar waarop een groot publiek kennis kan maken met alle aspecten die de Nederlandse archeologie zo leuk maken.
Uiteraard doet het Archeologisch Centrum hieraan mee: onze open vrijdagmiddag staat op 16 juni in het teken van dit evenement en op zaterdag 17 juni organiseren we een bijzondere activiteit waarbij we de hulp inroepen van het publiek: samen met de archeologen speuren naar jagers en verzamelaars in de Soester Duinen! Meer informatie staat op deze pagina.

Leusderweg 249: van opgraven naar uitwerken

De stadsarcheologen hebben vorige week de opgraving aan de Leusderweg 249 afgerond. Dat wil zeggen dat we klaar zijn op het terrein aan de Leusderweg en dat nu het uitwerken kan beginnen. Zoals je op de foto’s kunt zien hebben we heel wat materiaal naar ons pand aan de Westsingel gebracht. Dat uitwerken is vaak nog veel meer werk dan het opgraven zelf! Klik hier om te lezen wat we de komende tijd met al dat materiaal gaan doen.

De eerste resultaten van het onderzoek

We hebben aan de Leusderweg een begraafplaats / urnenveld opgegraven. Die dateert vermoedelijk uit de Late Bronstijd en Vroege IJzertijd (ongeveer 3000 jaar geleden). In totaal zijn 4 grafkuilen met crematieresten aangetroffen en de resten van circa 10 greppelstructuren die rondom de graven hebben gelegen. Dit urnenveld sluit mogelijk aan bij de graven die zijn aangetroffen bij het onderzoek aan de kruising Doornseweg/Laan 1914 (zie rapport ‘Amersfoort Onder Ons 28’). Daarmee zouden de graven één grote ‘dodenakker’ kunnen vormen die aan de westzijde van de huidige Leusderweg heeft gelegen. Het onderzoek heeft, mede dankzij de hulp van de vele vrijwilligers die kwamen meehelpen met zeven, veel vondsten opgeleverd. Hierdoor zullen we de komende tijd hopelijk nog veel meer over het urnenveld te weten komen.

We zijn van plan om jullie de komende maanden op de hoogte te houden van de resultaten van het onderzoek.

Vondst van de Maand: een lucifersdoosjeshouder

Hoewel bekend was welke schadelijke gevolgen roken kan hebben, rookte zo’n 50 jaar geleden bijna iedereen. Het was dan ook gebruikelijk om bezoek naast koffie ook rookwaren te presenteren. Bij veel mensen stond dan ook en ‘lucifersdoosjeshouder’ op tafel. Hierdoor kon je gemakkelijk een lucifer pakken, om die vervolgens aan de zijkant van het doosje af te strijken / aan te steken. De stadsarcheologen vonden er een bij de opgraving aan de Vasco da Gamastraat in 2021. Een mooie gelegenheid om dieper in te gaan op de tabaksteelt, de rookcultuur, lucifers en meer. Verder lezen? Download dan het informatieblad.

Leusderweg 249: donderdag is de laatste dag!

Donderdag ronden de we de opgraving aan de Leusderweg af. Dan kunnen we vrijdag alles opruimen en de laatste vondsten naar de Westsingel brengen. Als je mee wilt helpen op de opgraving kan dat dus nog en paar dagen. En als je dat wilt, kan je hier lezen hoe je mee kunt helpen.

Leusderweg 249: nu ook bij RTV Utrecht!

RTV Utrecht publiceerde afgelopen zaterdag een mooi artikel èn een korte video over de opgraving van de stadsarcheologen bij het perceel Leusderweg 249 en de publieksactiviteiten die we daar organiseren. Zo ben je in 4 minuten lezen en 2 minuten kijken helemaal op de hoogte van deze bijzondere opgraving. Klik hier om naar het artikel op de site van RTV Utrecht te gaan.

We zijn twee keer gesloten

Donderdag (Koningsdag) zijn wij ook vrij en wordt er niet gewerkt op de opgraving aan de Leuderweg. En is tussen de middag dus niemand om uitleg te geven.
Vrijdag 5 mei is dit jaar voor ambtenaren een werkdag, maar onze expo is toch gesloten.

Leusderweg 249: een complete verhuizing

Gisteren hebben we een klein stukje van de opgraving mee naar binnen genomen. Dat doen we natuurlijk altijd wel, in de vorm van vondsten en monsters, maar in dit geval gaat het om wat meer dan dat. We hebben namelijk een deel van de opgravingsput in zijn geheel naar onze werkruimte gebracht. Het gaat om een crematiegraf dat we -zoals archeologen dat noemen- ‘en bloc’ gelicht hebben. Dat betekent dat we een kist rondom het graaf geplaatst hebben en er een metalen plaat onder geschoven hebben, zodat we het graf in zijn geheel konden lichten. Op de foto’s is te zien dat dat een flinke klus is, met veel graafwerk en de kist steeds een stukje laten zakken. Wat rest is een kaal stuk zand. Het grote voordeel van deze werkwijze is dat we het graf in ons laboratorium veel beter en nauwkeuring kunnen onderzoeken. Dat gaan we doen als de opgraving is afgerond. Wordt vervolgd!

Opgraving Leusderweg 249: open dag een groot succes!

Afgelopen zaterdag konden omwonenden en andere belangstellenden de opgraving aan de Leusderweg bezoeken. Wij vonden de open dag een groot succes, want we hebben meer dan 350 enthousiaste mensen over de opgraving rondgeleid. En uit de reacties van de bezoekers bleek dat ook die de open dag een groot succes vonden. Het was een goede en gezellige middag!

De bezoekers konden niet alleen de opgraving zelf zien, maar ook twee reconstructies van een grafheuveltje van een urnenveld en enkele vondsten van ongeveer 3000 jaar oud. Voor de kinderen was er een speurtocht èn een opgraving met (chocolade) munten en snoep. Ook dat was natuurlijk een groot succes!

Opgraving Leusderweg 249: er wordt volop gezeefd

Vandaag zijn we begonnen met publieksparticipatie bij onze opgraving bij de Leusderweg. Twintig enthousiaste geïnteresseerden hebben geholpen met het uitzeven van de kringgreppels van het urnenveld. Met succes! Niet alleen wat betreft de vondsten (zoals crematieresten), maar ook wat vanwege de super enthousiaste reacties. Ook meewerken? Er zijn nog een paar plekken beschikbaar. Klik hier om een plekje te reserveren.

Opgraving Leusderweg 249: we zijn al volop bezig!

Afgelopen dinsdag zijn we gestart met de opgraving aan de Leusderweg. Een van de eerste dingen die we doen is het afgraven van de bovenste laag grond met een graafmachine. De sporen en vondsten die voor de stadsarcheologen van belang zijn liggen daar namelijk onder.

Het is natuurlijk altijd spannend of onze verwachtingen kloppen. En dat is hier zeker het geval. Een van de archeologen staat in gedachten verzonken te kijken wat we al gevonden hebben. Er is tijdens de open dag komende zaterdag dus genoeg te zien. Kom dus op 15 april tussen 13 en 16 uur naar de Leusderweg!

En als je volgende week mee wilt helpen met het zeven van bodemmonsters ben je ook van harte welkom. Wie weet vind jij wel aardwerk of crematieresten van 3000 jaar oud! Je moet je wel van te voren aanmelden. Dat kan hier.

Opgraving Leusderweg 249

De opgraving aan de Leusderweg 249 is vandaag van start gegaan. Via een groot bouwhekdoek (zie afbeelding) informeren we iedereen die er langs komt wat we daar doen en wat de verwachtingen van de stadsarcheologen zijn. Wil je lezen wat er op het bouwhekdoek staat? Download dan de PDF.

Vondst van de Maand: urn uit de Midden Bronstijd

Deze urn is gevonden bij één van de eerste archeologische onderzoeken in onze regio. De Oudheidkundige Vereniging Flehite heeft hem in 1879 opgegraven in een grafheuvel op de Vlasakkers op de grens van Amersfoort en Soest. Hij is uit de Midden Bronstijd (1500-1100 v. Chr.).
De urn is de hele maand april tijdens onze open middagen te zien in onze expo. Je kan goed zien dat het om een met de hand vervaardigd object gaat; de dikt van de wand van de pot varieert en de pot is niet mooi rond. Ook staat de pot wat scheef. Op de hals van de pot zijn twee banden van klei aangebracht, waarin afdrukken te zien zijn van vingers en nagels. Het bovenste deel van de pot is glad gemaakt voordat de pot gebakken werd. Verder lezen? Download dan het informatieblad.

Kom jij ook naar onze opgraving aan de Leusderweg?

Bij de Leusderweg 249 gaan we een grafveld van ongeveer 3000 jaar oud opgraven. We organiseren verschillende activiteiten voor omwonenden en andere belangstellenden. Dit is een unieke kans om met ons mee te kijken en mee te doen! Klik hier om verder te gaan.

Ontdekking in ons depot

Het loont vaak de moeite om nog eens in een oude opgraving te duiken. Nieuwe kennis en ervaring leiden soms tot andere conclusies of inzichten. Dat geldt ook voor het onderzoek dat bij de aanleg van de brug in de Bunschoterstraat over de Eem is uitgevoerd. Hier heeft de AWN (‘Vereniging van Vrijwilligers in de Archeologie’) in 1986 een veldverkenning uitgevoerd, gevolgd door een paar zaterdagen opgraven. Daarbij zijn ruim 1500 stuks aardewerk veilig gesteld, waaronder 216 scherven van kogelpotten. Het ROB (nu RCE) heeft deze scherven bekeken en geconcludeerd dat een deel van de scherven van vóór de 13e eeuw afkomstig is. Sinds 1986 is er veel kennis op het gebied van aardewerkdatering bijgekomen. En bij het nieuwe onderzoek van de scherven blijkt dat er inderdaad behoorlijk oude exemplaren tussen zitten. De scherf op de foto dateert waarschijnlijk zelfs uit de 8e eeuw! Dat is veel ouder dan het middeleeuwse aardwerk dat tot nu toe in Amersfoort gevonden is. Een unieke ontdekking in ons eigen depot. Wordt vervolgd!

Opgraving Hamseweg 70: rapport af + Kroniek + expo

“Stel, je loopt in het jaar 1350 in Hoogland over de Hamseweg. Dan zie je ter plekke van het huidige huisnummer 70 een boerenerf liggen. Je volgt het brede zandpad met aan weerszijden greppels vanaf de Hamseweg naar het erf. Het leidt je naar een grote boerderij; een houten gebouw met leemafgestreken wanden en een rieten dak. Aan de korte gevel van de boerderij bevindt zich een grote ingang, groot genoeg om vee of een (hooi)wagen door te laten. Hier stap je de boerderij binnen.”

Lees verder in het nieuwe nummer van de Kroniek, waarin een artikel staat van stadsarcheoloog Itamar de Rooze over de opgraving aan de Hamseweg 70 in Hoogland. Hier is in 2021 een boerenerf uit de 14e eeuw opgegraven. Door de opgraving kon een groot deel van het erf gereconstrueerd worden. Het rapport is inmiddels gepubliceerd en bij het Centrum voor Archeologie is een kleine tentoonstelling over deze opgraving ingericht. U kunt die de komende maanden op woensdag- en vrijdagmiddag bezoeken van 14.00 tot 16.30 uur. Verder lezen? Download dan het rapport. Of lees het artikel in De Kroniek.

Vondst van de Maand: Cherry Tooth Paste

“Kijk eens, wat ligt daar voor een merkwaardig rond schijfje in het zand!” riep een van de archeologen tijdens een opgraving aan de Bartholomeus Diasstraat. Het bleek het deksel van een tandpastadoosje van rond 1900. Tandpasta met kersensmaak! Verder lezen? Download dan het informatieblad. Daarin vertellen de stadsarcheologen alles over tanden poetsen en tandpasta.

Rapport af: Hessenweg 234a

Op het weiland ten zuiden van de Hessenweg 234a wordt jaarlijks een gazonmaaierrace gehouden. Hiervoor wordt een parcours aangelegd waarbij de bodem wordt geroerd. Hierbij kunnen eventueel aanwezige archeologische sporen ernstig verstoord en mogelijk zelfs geheel vernietigd worden. De Gemeente Leusden heeft daarom laten onderzoeken hoe diep eventueel aanwezige archeologische kansrijke lagen aanwezig zijn. Zo ontstaat een beter beeld van de mogelijke bedreiging voor de archeologie en kan bepaald worden of er archeologische vervolgstappen nodig zijn. Dit onderzoek is in juni dit jaar uitgevoerd. Uit het booronderzoek blijkt dat in het noordelijke deel van het terrein bij bodemingrepen dieper dan 30 cm nader onderzoek nodig is. Voor het zuidelijke deel van het terrein is dat bij bodemingrepen dieper dan 75 cm. Verder lezen? Download dan het rapport.

Plaggenput Leusderweg 320

Op de locatie van de voormalige manege aan de Leusderweg 320 komt woningbouw. Een paar weken geleden hebben we proefsleuven op het terrein aangelegd. Het terrein bleek in het verleden ernstig verstoord te zijn. Waarschijnlijk is het terrein afgegraven bij de aanleg van de naastgelegen op- en afritten. Er is echter wel een plaggenput gevonden: een waterput die is gemaakt van plaggen. De stadsarcheologen waren in de gelegenheid om deze plaggenput op te graven. Op de foto zijn de plaggen van de linkerwand van de put goed te zien. De rechterwand is in de loop van de tijd ingestort. Verder is ook de ‘insteek’ goed te zien. Dat is de kuil die destijds is gegraven om de waterput aan te leggen. Tot slot is op de foto ook te zien dat de archeologen een flinke kuil hebben moeten graven om de plaggenput bloot te leggen.

Oude veenlagen bij het Eemplein

Bij het Eemplein, op de plek van het toekomstige stadhuis van Amersfoort, hebben wij deze week proefsleuven aangelegd. We vonden deze keer geen archeologische resten. Maar het onderzoek leverde wel een prachtig bodemprofiel op. Verschillende gele zandlagen en bruine veenlagen wisselen elkaar af.

Het gele zand is hier tijdens de laatste IJstijd, tussen ongeveer 116.000 tot 11.500 jaar geleden, door de wind afgezet. Het was in die periode te koud voor planten en bomen. De wind had vrij spel om het land te bedekken met een dikke laag fijn zand. Maar ook in de IJstijd moet het zo nu en dan warm genoeg zijn geweest voor plantengroei. De resten van de planten en bomen die toen groeiden bleken deze week tijdens het archeologisch onderzoek op deze plek heel goed bewaard te zijn gebleven in de venige lagen.
Omdat de stuifmeelkorrels in het veen waarschijnlijk goed bewaard zijn gebleven, hebben we hier zogenaamde ‘pollenbakken’ ingezet. Het veen in die bakken kan onderzocht worden op stuifmeel, en dat kan ons weer vertellen welke vegetatie er in deze (iets warmere) periode groeide en hoe het landschap er destijds moet hebben uitgezien.
Nu maar hopen dat de onderzoeker door al die oude pollen geen last krijgt van hooikoorts.

Lege drankflessen

Archeologisch onderzoek levert altijd iets op. Dit is wat de archeologen vonden in het plantsoen naast ons eigen pand aan de Westsingel: lege drankflessen. Hier is onder archeologische begeleiding een nieuwe boom geplaatst. Vanwege de geringe diepte van de werkzaamheden is er verder nauwelijks iets gevonden.

Rapport af: Grafheuvel Lichtenberg

In 1954 is onder leiding van Modderman een van de grafheuvels op de Amersfoortse Berg opgegraven. Bij de opgraving in 2021 door archeologisch bedrijf Archol bleek dat de heuvel sterk verstoord is en niet meer behoudenswaardig. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft de grafheuvel van de monumentenlijst afgevoerd.

De heuvel was opgebouwd uit plaggen en dateert tussen het Laat-Neolithicum en de IJzertijd (2850-500 voor Chr.). De grafheuvel heeft dus een lange gebruiksduur gekend. Het oorspronkelijke centrale graf is niet gevonden. Wel zijn vier bijzettingen in de vorm van crematieresten in urnen aangetroffen. De urnen dateren uit de Vroege IJzertijd (800-500 voor Chr.).

Verder lezen? Download dan het rapport van Archol.

Vondst van de Maand: Smeedijzeren puthaak

Tijdens het opnieuw bekijken van de metalen vondsten die we hebben opgegraven sinds onze oprichting bijna 40 jaar geleden, kwam onze metaalspecialist een bijzondere vondst tegen.

Het blijkt een puthaak te zijn. Een ijzeren haak die aan een hefboom was bevestigd. Aan de onderkant kon een emmer gehangen worden die in een waterput kon worden neergelaten. De puthaak is in 1995 gevonden bij de opgraving ter hoogte van een gesloopte boerderij aan de Nieuwlandseweg 2.

En deze maand is de puthaak Vondst van de Maand. U kunt deze vondst, en al onze andere vondsten, komen bekijken op woensdagmiddagen en vrijdagmiddagen van 14:00 tot 16:30, bij het Centrum voor Archeologie aan de Westsingel 46. Verder lezen? Download dan het informatieblad.

Onze expo is nu ook op vrijdagmiddag open

Onze expositieruimte is vanaf vorige week ook op vrijdagmiddag open. Wil je meer weten over ons werk en over wat we allemaal vinden? Of ben je nieuwsgierig naar Aagje en haar verhaal? Dan kun je voortaan ook vrijdagmiddag terecht bij het Centrum voor Archeologie.

De expositieruimte is voor publiek open op:
– woensdagmiddag tussen 14:00 en 16:30 uur;
– vrijdagmiddag tussen 14:00 en 16:30 uur.

Ons adres is Westsingel 46. Meer informatie vind je op onze website.

Rapport af: Henry Dunantstraat

Voor de komende maanden staan verschillende opgravingen in de planning. Maar voor we weer naar buiten gaan, moeten er nog wat rapporten afgerond worden. Een daarvan is het rapport van de aanleg begin 2021 van twee proefsleuven op de plek van het voormalige grasveldje in de Henry Dunantstraat. Er echter geen sporen of vondsten aangetroffen. Verder lezen? Download CAR-rapport 128.

We zijn gesloten

Onze expo is tijdens de kerstvakantie gesloten. Dus zowel op woensdag 28 december als op 4 januari.

Extra opening op vrijdagmiddag
Daarna kan je onze expo zowel op woensdagmiddag als op vrijdagmiddag bezoeken. Beide dagen van 14.00 – 16:30 uur.

Vondst van de Maand
De klokbeker en andere grafvondsten die in december Vondst van de Maand zijn, zijn ook in januari nog te zien.

Rapport af: Meridiaan 14

In juli 2021 hebben de stadsarcheologen twee kleine proefsleuven aangelegd op de locatie van de voormalige Vreekamp-garage op de hoek van de Meridiaan met de Keerkring. Er konden hier sporen verwacht worden de Voorste Wetering, de Liniedijk uit de 18de eeuw en de vuilstort uit het begin van de 20ste eeuw. Deze zijn echter niet aangetroffen. Er zijn wel resten van een bouwvoor en ploegsporen aangetroffen (zie foto). Deze vormen samen één vindplaats: bouwland uit de 18de-20ste eeuw. Deze sporen zijn niet behoudenswaardig. Verder lezen? Download dan het rapport

Plaats een reactie